RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
zaaknummers: BRE 25/3809, 25/5757, 25/3810 en 25/3864
uitspraak van de voorzieningenrechter van 14 november 2025 op de beroepen en de verzoeken om voorlopige voorziening in de zaken tussen
Procedures BRE 25/3809 en 25/3810
[naam 1], wonende te [plaats 1] , [naam 1] ,
gemachtigde: mr. R.C. van Wamel,
Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Woensdrecht, college,
gemachtigde: mr. S. Delen.
Als derde-partijen nemen aan de procedure deel:
1. de besloten vennootschap [B.V.] , gevestigd te [plaats 2] , [B.V.] ,
gemachtigde: mr. R.C. van Wamel,
2. Omwonenden [schietbaan] , wonende te [plaats 3] , omwonenden,
3. het college van burgemeester en schepenen gemeente Essen , Essen.
Procedures BRE 25/5757 en 25/3864
de
besloten vennootschap [B.V.], gevestigd te [plaats 2] , [B.V.] ,
gemachtigde: mr. R.C. van Wamel,
Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Woensdrecht, college,
gemachtigde: mr. S. Delen.
Als derde-partijen nemen aan de zaken deel:
1. [naam 1] , wonende te [plaats 1] , [naam 1] ,
gemachtigde: mr. R.C. van Wamel,
2. Omwonenden [schietbaan] , wonende te [plaats 3] , omwonenden,
3. het college van burgemeester en schepenen gemeente Essen, Essen.
Samenvatting
1. In deze uitspraak beslist de voorzieningenrechter op de verzoeken van verzoekers om een voorlopige voorziening tegen een drietal aan [naam 1] door het college opgelegde lasten onder dwangsom. De lasten onder dwangsom zijn, na een doorlopen bezwaarprocedure, in stand gebleven.
1.1.De voorzieningenrechter komt in deze uitspraak tot het oordeel dat het college bij een deel van de overtredingen er ten onrechte vanuit is gegaan dat de betreffende overtreden normen zich tot [naam 1] richten. Verder is voorzieningenrechter van oordeel dat [B.V.] niet alleen derde-belanghebbende is, maar dat zij ook zelf procesbelang heeft om op te komen tegen de opgelegde lasten onder dwangsom. Verzoekers krijgen dus deels gelijk en de beroepen zijn dus gegrond. Hierna legt de voorzieningenrechter uit hoe zij tot dit oordeel komt en welke gevolgen dit oordeel heeft. Omdat de voorzieningenrechter uitspraak doet op de beroepen, wijst zij de verzoeken om een voorlopige voorziening af.
1.2.Onder 2 staat het procesverloop in deze zaak. Onder 4 staan de van belang zijnde feiten en omstandigheden die hebben geleid tot het bestreden besluit. De beoordeling door de voorzieningenrechter volgt vanaf 5.1. Aan het eind staat de beslissing van de voorzieningenrechter en de gevolgen daarvan.