ECLI:NL:RBZWB:2025:7938
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Vordering tot proceskostenvergoeding na intrekking beroep tegen niet tijdig besluit door Dienst Toeslagen
In deze uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 14 november 2025, wordt het verzoek van verzoekster om een veroordeling van Dienst Toeslagen in de proceskosten beoordeeld. Verzoekster had eerder een beroep ingesteld tegen het niet tijdig nemen van een besluit door Dienst Toeslagen op haar verzoek van 11 juli 2023. Dit beroep werd ingetrokken omdat Dienst Toeslagen op 21 augustus 2025 alsnog op het verzoek heeft beslist. De rechtbank heeft Dienst Toeslagen in de gelegenheid gesteld te reageren op het verzoek om veroordeling in de proceskosten, waarop Dienst Toeslagen heeft aangegeven dat verzoekster recht heeft op een proceskostenvergoeding.
De rechtbank doet zonder zitting uitspraak op het verzoek om proceskostenveroordeling en wijst het verzoek toe. De rechtbank overweegt dat wanneer een beroep wordt ingetrokken omdat het bestuursorgaan geheel of gedeeltelijk aan de indiener van het beroepschrift is tegemoetgekomen, de bestuursrechter op verzoek van de indiener dat bestuursorgaan kan veroordelen in de proceskosten. In dit geval heeft Dienst Toeslagen op 21 augustus 2025 beslist op het verzoek van verzoekster, waarmee zij tegemoet is gekomen aan het beroep.
De rechtbank kent een proceskostenvergoeding toe van € 453,50 aan verzoekster, omdat de gemachtigde van verzoekster een beroepschrift heeft ingediend en de zaak enkel betrekking had op de overschrijding van de beslistermijn. Daarnaast is Dienst Toeslagen verplicht om het door verzoekster betaalde griffierecht van € 53,- te vergoeden. De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid tot verzet tegen deze uitspraak.