ECLI:NL:RBZWB:2025:7944
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Vordering tot proceskostenvergoeding na intrekking beroep tegen niet tijdig beslissen door bestuursorgaan
In deze uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 19 november 2025, wordt het verzoek van verzoeker om een veroordeling van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Drimmelen in de proceskosten beoordeeld. Verzoeker had eerder beroep ingesteld tegen het niet tijdig nemen van een besluit op zijn bezwaar van 14 oktober 2024, maar trok dit beroep in nadat het college op 19 juni 2025 alsnog op het bezwaar had beslist. De rechtbank heeft het college in de gelegenheid gesteld om te reageren op het verzoek om proceskostenveroordeling, maar het college heeft hierop niet gereageerd. De rechtbank doet uitspraak zonder zitting.
De rechtbank wijst het verzoek om proceskostenveroordeling toe, omdat het college geheel tegemoet is gekomen aan verzoeker door alsnog te beslissen op het bezwaar. De rechtbank legt uit dat wanneer een beroep wordt ingetrokken omdat het bestuursorgaan aan de indiener van het beroepschrift is tegemoetgekomen, de bestuursrechter op verzoek van de indiener het bestuursorgaan kan veroordelen in de proceskosten. In dit geval heeft verzoeker recht op een vergoeding van € 453,50 voor de proceskosten, aangezien de gemachtigde van verzoeker een beroepschrift heeft ingediend en de zaak enkel over de overschrijding van de beslistermijn ging. Daarnaast moet het college het door verzoeker betaalde griffierecht van € 194,- vergoeden. De rechtbank heeft de uitspraak openbaar gemaakt via geanonimiseerde publicatie op de website van de rechtspraak.