ECLI:NL:RBZWB:2025:7964
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van beroepen inzake aanslagen inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen na vaststellingsovereenkomst
Op 17 november 2025 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in de zaken BRE 23/67 en 23/2612, waarbij de rechtbank de beroepen van de belanghebbende tegen de bestreden uitspraken op bezwaar van de inspecteur van de Belastingdienst heeft beoordeeld. De beroepen betroffen aanslagen inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen (IB/PVV) over de jaren 2017 en 2018. De belanghebbende had in beroep gekomen tegen deze aanslagen, maar de rechtbank constateerde dat er een getekende vaststellingsovereenkomst was gesloten tussen de belanghebbende en de inspecteur. In deze overeenkomst was bepaald dat met een betaling van € 50.000 door de belanghebbende voldaan zou zijn aan zijn betalingsverplichtingen met betrekking tot de belastingaanslagen.
De rechtbank oordeelde dat, omdat partijen tot overeenstemming waren gekomen over de hoogte van de aanslagen, de beroepszaken niet meer tot een gunstiger resultaat voor de belanghebbende konden leiden. Hierdoor ontbrak het procesbelang, wat leidde tot de conclusie dat de beroepen kennelijk niet-ontvankelijk waren. De rechtbank verklaarde de beroepen niet-ontvankelijk en gaf aan dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling, gezien de afspraken die partijen hadden gemaakt. Tevens werd er geen griffierecht teruggegeven, omdat de belanghebbende geen griffierecht had betaald.
De uitspraak werd openbaar gemaakt op www.rechtspraak.nl en partijen werden geïnformeerd over de mogelijkheid tot verzet tegen de uitspraak binnen zes weken na verzending.