ECLI:NL:RBZWB:2025:8113
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Herstel van motiveringsgebrek in bestuursrechtelijke uitkering op grond van de Participatiewet
Op 20 november 2025 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke zaak tussen eiseres en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Oosterhout. Eiseres had een aanvraag ingediend voor een uitkering op grond van de Participatiewet (PW), welke door het college op 6 december 2023 was afgewezen. Na een bestreden besluit op 29 mei 2024, waarin het college het bezwaar van eiseres ongegrond verklaarde, heeft eiseres beroep ingesteld. Tijdens de zitting op 20 mei 2025 is het beroep behandeld, waarbij eiseres werd bijgestaan door haar gemachtigde, mr. F.E.R.M. Verhagen, en het college werd vertegenwoordigd door mr. A.J.P. Broeders.
In een tussenuitspraak op 17 juni 2025 heeft de rechtbank het college de gelegenheid gegeven om een motiveringsgebrek in het bestreden besluit te herstellen. Het college heeft hierop gereageerd met een aanvullende motivering, maar eiseres betwistte dat het college voldoende informatie had om haar recht op bijstand vast te stellen. De rechtbank oordeelde dat eiseres niet de gevraagde bankafschriften van de rekeningen van haar kinderen had overgelegd, wat noodzakelijk was om haar financiële situatie te verduidelijken. Hierdoor kon het college niet vaststellen of eiseres recht had op bijstand in de maanden november en december 2023.
De rechtbank concludeerde dat het college het motiveringsgebrek had hersteld en dat het bestreden besluit voldoende gemotiveerd was. Het beroep van eiseres werd gegrond verklaard, het bestreden besluit werd vernietigd, maar de rechtsgevolgen van het besluit bleven in stand. Eiseres kreeg het betaalde griffierecht vergoed en ook een proceskostenvergoeding van € 2.267,50. De uitspraak werd openbaar gemaakt en partijen werden geïnformeerd over de mogelijkheid tot hoger beroep.