In deze tussenuitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 17 juni 2025, wordt het beroep van eiseres tegen de afwijzing van haar aanvraag voor een bijstandsuitkering op grond van de Participatiewet (PW) beoordeeld. Eiseres had op 20 september 2023 bij het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Oosterhout een aanvraag ingediend voor bijstand, welke op 6 december 2023 werd afgewezen. Het college stelde dat eiseres geen recht had op bijstand omdat zij in de maanden september en oktober 2023 inkomsten had ontvangen die de bijstandsnorm overschreden. Eiseres betwistte dit en voerde aan dat de ontvangen bedragen leningen van familieleden waren en dus niet als inkomen moesten worden aangemerkt.
De rechtbank oordeelt dat eiseres niet voldoende heeft aangetoond dat de bedragen die zij ontving als leningen moeten worden beschouwd. De rechtbank concludeert dat de bijschrijvingen en stortingen op haar rekening als inkomen moeten worden aangemerkt, waardoor eiseres in de betreffende maanden geen recht had op bijstandsuitkering. De rechtbank constateert echter dat het college niet heeft vastgesteld of eiseres recht had op bijstand in november en december 2023. Daarom geeft de rechtbank het college de gelegenheid om het gebrek in het bestreden besluit te herstellen, met een termijn van acht weken. De rechtbank houdt verdere beslissingen aan tot de einduitspraak.