ECLI:NL:RBZWB:2025:8184

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
17 november 2025
Publicatiedatum
21 november 2025
Zaaknummer
25/676
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van beroep wegens niet-betaling griffierecht

In deze zaak heeft eiseres, een B.V. gevestigd te [plaats], beroep ingesteld tegen een beslissing op bezwaar van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Veere. Het bestreden besluit, dat op 15 januari 2025 is genomen, verklaarde het bezwaarschrift van eiseres van 27 september 2024 deels ongegrond. De rechtbank heeft het beroep echter kennelijk niet-ontvankelijk verklaard zonder zitting, op basis van artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb).

De rechtbank legt uit dat een eiser die beroep instelt, verplicht is om griffierecht te betalen, zoals vastgelegd in artikel 8:41 van de Awb. In deze zaak bedraagt het griffierecht € 385,-. De griffier heeft eiseres in een brief van 30 juli 2025 de gelegenheid gegeven om het griffierecht binnen vier weken te betalen. Eiseres heeft echter in een brief van 6 augustus 2025 aangegeven dat zij het griffierecht niet heeft betaald, omdat zij het financiële belang van haar beroep te gering acht om het beroep te handhaven.

Gezien deze omstandigheden heeft de rechtbank geoordeeld dat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. A.G.J.M. de Weert, rechter, en is openbaar gemaakt op 17 november 2025. Partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid tot hoger beroep, dat binnen zes weken na verzending van de uitspraak kan worden ingesteld bij de Centrale Raad van Beroep.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
Bestuursrecht
zaaknummer: BRE 25/676 VEROR

uitspraak van 17 november 2025 van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen

[eiseres] B.V., gevestigd te [plaats], eiseres

gemachtigde: [gemachtigde],
en
het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Veere(het college), verweerder.

Inleiding

1. Eiseres heeft beroep ingesteld tegen de beslissing op bezwaar van het college van 15 januari 2025 (het bestreden besluit) waarbij haar bezwaarschrift van 27 september 2024 deels ongegrond is verklaard.

Overwegingen

2. Omdat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is doet de rechtbank uitspraak zonder zitting. Artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) maakt dat mogelijk. De rechtbank legt hierna uit waarom het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is.
3. Iemand die beroep instelt, moet griffierecht betalen. Dit staat in artikel 8:41, van de Awb. In een zaak als deze is het griffierecht € 385,-. De griffier van de rechtbank stelt een termijn waarbinnen het griffierecht moet worden betaald. Het hele bedrag moet binnen die termijn zijn bijgeschreven op de rekening van de rechtbank of dan zijn betaald op de griffie van de rechtbank. Als het griffierecht niet of niet tijdig is betaald, verklaart de rechtbank het beroep niet-ontvankelijk. Dat is alleen anders als het niet of niet tijdig betalen van het griffierecht verontschuldigbaar is.
4. De griffier heeft eiseres bij brief van 30 juli 2025 (na een eerdere uitnodiging daartoe) nogmaals in de gelegenheid gesteld het griffierecht te betalen binnen vier weken na dagtekening van die brief. Eiseres heeft in een brief van 6 augustus 2025 te kennen gegeven dat zij het griffierecht welbewust niet heeft betaald, omdat zij het financiële belang dat zij bij haar beroep heeft te gering acht om haar beroep te handhaven. Zij heeft de rechtbank daarom verzocht om haar beroep kennelijk niet-ontvankelijk te verklaren.
5. Gezien het voorgaande is het beroep kennelijk niet-ontvankelijk. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk.
Deze uitspraak is gedaan door mr. A.G.J.M. de Weert, rechter, in aanwezigheid van mr. M.I.P. Buteijn, griffier, op 17 november 2025 en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op www.rechtspraak.nl.
griffier rechter
Een afschrift van deze uitspraak is verzonden aan partijen op:

Informatie over hoger beroep

Een partij die het niet eens is met deze uitspraak, kan een hogerberoepschrift sturen naar de Centrale Raad van Beroep waarin wordt uitgelegd waarom deze partij het niet eens is met deze uitspraak. Het hogerberoepschrift moet worden ingediend binnen zes weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden.
Digitaal hoger beroep instellen kan via "Formulieren en inloggen" op www.rechtspraak.nl. Hoger beroep instellen kan eventueel ook nog steeds door verzending van een brief aan de Centrale Raad van Beroep, Postbus 16002, 3500 DA Utrecht.