ECLI:NL:RBZWB:2025:8186
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen het uitblijven van een dwangsombeschikking in belastingzaak
In deze uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 21 november 2025, wordt het beroep van belanghebbende B.V. behandeld tegen de heffingsambtenaar van SaBeWa. Het beroep betreft het uitblijven van een dwangsombeschikking in verband met een WOZ-beschikking en aanslag onroerendezaakbelasting over het jaar 2022. De rechtbank oordeelt dat de heffingsambtenaar niet aannemelijk heeft gemaakt dat een verdagingsbrief is verzonden, waardoor hij niet tijdig een dwangsombeschikking heeft genomen. De rechtbank stelt vast dat de heffingsambtenaar uiterlijk op 31 december 2024 een dwangsombeschikking had moeten nemen, maar dit niet heeft gedaan. Het beroep is ontvankelijk en gegrond, en de rechtbank kent een dwangsom van € 532,- toe aan de belanghebbende. Tevens moet de heffingsambtenaar het griffierecht van € 385,- en proceskosten van € 226,75 vergoeden aan de belanghebbende. De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen zijn op de hoogte gesteld van de beslissing.