6.2.In de bezwaarfase is aanvullend onderzoek verricht naar de situatie van eiseres. Een juridisch medewerker van het CIZ heeft dossieronderzoek uitgevoerd en telefonisch contact gehad met de gemachtigde van eiseres. Vervolgens heeft een hoorzitting plaatsgevonden en is advies gevraagd aan het Zorginstituut. Omdat in bezwaar geen nieuwe medische informatie is ingebracht, is afgezien van een aanvullend medisch advies, nu dit geen toegevoegde waarde zou hebben gehad.
Waar gaat het in deze zaak (niet) over?
7. Niet in geschil is dat bij eiseres sprake is van de grondslagen 'verstandelijke handicap' en 'somatische aandoening of beperking', die toegang kunnen geven tot Wlz-zorg. Deze zaak spitst zich toe op de vraag of het CIZ terecht stelt dat (nog) niet kan worden vastgesteld dat bij eiseres ook een blijvende behoefte bestaat aan 24 uurs zorg in de nabijheid. De voor de beoordeling van belang zijnde periode in deze zaak loopt van 6 maart 2024 (datum aanvraag) tot en met 26 augustus 2024 (datum bestreden besluit). Dit volgt uit vaste rechtspraak (zie onder meer de uitspraak van de Centrale Raad van Beroep (CRvB) van 16 februari 2023, ECLI:NL:CRVB:2023:283). Beoordeling van het medische onderzoek van het CIZ
8. Naar het oordeel van de rechtbank is de medisch adviseur van het CIZ bij de beoordeling van de aanvraag van eiseres onvoldoende ingegaan op de vraag of een mogelijke behandeling ertoe kan leiden dat eiseres geen 24 uur per dag zorg in de nabijheid meer nodig heeft. De adviseur stelt weliswaar dat onduidelijkheid bestaat over de oorzaak van de gedragsproblematiek en het lage niveau van het sociaal-emotioneel functioneren, en dat daarom gedacht kan worden aan het consulteren van een kinderpsychiater, maar nader onderzoek op dit punt is uitgebleven. Daarnaast betrekt de adviseur in zijn analyse algemene of theoretische verwachtingen, waarvan de relatie met de specifieke situatie van eiseres en de beschikbare medische informatie niet is toegelicht. Zo merkt de adviseur op dat eiseres nog in de ontwikkelingsleeftijd zit en de afgelopen jaren enige vooruitgang heeft laten zien, maar dit wordt onvoldoende onderbouwd of uitgewerkt met concrete medische gegevens. De medisch adviseur verwijst verder slechts in algemene zin naar mogelijke didactische groei en toename van zelfredzaamheid, zonder te concretiseren via welk passend traject dit zou kunnen worden bereikt en tot welk niveau verbetering realistisch is.
Daar staat tegenover dat het dossier voldoende aanleiding geeft om eraan te twijfelen of eiseres ooit zonder 24 uur per dag zorg in de nabijheid zal kunnen. Hoewel uit het ontwikkelingsperspectiefplan (OPP) van [ZML-school] van 31 mei 2023 en het psychologisch onderzoeksrapport van 30 oktober 2023 niet volgt dat verdere ontwikkeling volledig is uitgesloten, bevatten deze stukken namelijk evenmin aanwijzingen dat een substantiële toename van cognitieve of adaptieve vermogens te verwachten valt. Eiseres volgt weliswaar nog onderwijs, maar namens haar is ter zitting gesteld dat het daarbij meer gaat om een dagbestedingsachtige setting waar vooral praktische vaardigheden, zoals opruimen en koffie inschenken, worden geoefend. Dit is door het CIZ niet betwist. Daarbij heeft de gemachtigde van eiseres erop gewezen dat in het OPP van 27 augustus 2024 achter diverse ontwikkelingsgebieden staat dat het huidige niveau van eiseres overeenkomt met het ambitieniveau bij einde schoolloopbaan. Hoewel dit plan dateert van (net) na de te beoordelen periode, bevestigt dit het beeld dat is geschetst in het eerdere OPP van 31 mei 2023. Ook toen werd al aangegeven dat op veel terreinen het huidige niveau en het ambitieniveau gelijk waren; met andere woorden dat daarin geen ontwikkeling werd verwacht. Uit een vergelijking tussen beide OPP’en volgt dat dit in de daartussen gelegen periode ook niet het geval is geweest.
De gemachtigde van eiseres heeft daarnaast uiteengezet dat uit de dossierstukken blijkt dat eiseres, gelet op de gedragsproblematiek, functioneert op een niveau dat overeenkomt met de eerste individuatiefase, die optreedt bij een leeftijd van 18 tot 36 maanden. Ten slotte hecht de rechtbank betekenis aan de aanvullende brief van de huisarts van 12 april 2024, waarin deze aangeeft dat eiseres, ondanks beperkte groeimogelijkheden, blijvend afhankelijk zal zijn van zorg in de nabijheid en niet zonder intensieve begeleiding zal kunnen functioneren.
Gelet op het voorgaande is het medisch advies ontoereikend en mist het een concrete, op eiseres toegesneden beoordeling van behandel- en ontwikkelingsmogelijkheden. Het bestreden besluit berust naar het oordeel van de rechtbank daarom niet op een deugdelijke motivering en is onvoldoende zorgvuldig voorbereid.
9. Het beroep is gegrond omdat het bestreden besluit in strijd is met de artikelen 3:2 en 7:12, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). De rechtbank zal daarom het bestreden besluit vernietigen. De rechtbank ziet geen reden om de rechtsgevolgen van het besluit in stand te laten of zelf een beslissing over de aanvraag te nemen, omdat de rechtbank daarvoor over te weinig informatie beschikt. De rechtbank zal met toepassing van artikel 8:72, vierde lid, van de Awb bepalen dat het CIZ een nieuw besluit moet nemen met inachtneming van deze uitspraak. De rechtbank geeft het CIZ hiervoor zes weken.
10. Omdat het beroep gegrond is moet het CIZ het griffierecht aan eiseres vergoeden en krijgt zij ook een vergoeding van zijn proceskosten. Het CIZ moet deze vergoeding betalen. Deze vergoeding bedraagt € 1.814,-, omdat de gemachtigde van eiseres een beroepschrift heeft ingediend en aan de zitting heeft deelgenomen. Verder zijn er geen kosten gemaakt die vergoed kunnen worden.