ECLI:NL:RBZWB:2025:8233
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Bezwaar tegen niet-ontvankelijk verklaring van aanvraag bijzondere bijstand voor energiekosten
In deze uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, gedaan op 21 november 2025, wordt het beroep van eiseres tegen de niet-ontvankelijk verklaring van haar bezwaar behandeld. Eiseres had op 20 maart 2025 bezwaar aangetekend tegen de afwijzing van haar aanvraag voor bijzondere bijstand voor energiekosten, welke door het college op 21 februari 2025 was afgewezen. Het college verklaarde het bezwaar op 8 mei 2025 niet-ontvankelijk, omdat eiseres geen gronden van bezwaar had ingediend. De rechtbank beoordeelt of deze beslissing terecht was.
Tijdens de zitting op 10 oktober 2025 was alleen de gemachtigde van eiseres, mr. R. Küçükünal, aanwezig, terwijl het college niet verscheen. De rechtbank concludeert dat het bezwaarschrift van eiseres geen specifieke gronden bevatte, waardoor het niet voldeed aan de eisen van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). Eiseres had weliswaar een pro forma bezwaarschrift ingediend, maar dit was onvoldoende om het bezwaar ontvankelijk te verklaren. De rechtbank oordeelt dat het college terecht het bezwaar niet-ontvankelijk heeft verklaard, omdat er geen concrete bezwaargronden waren ingediend binnen de gestelde termijn.
De rechtbank wijst erop dat het college niet verplicht was om navraag te doen naar de gronden van het bezwaar, aangezien het bezwaarschrift kennelijk niet-ontvankelijk was. De rechtbank verklaart het beroep van eiseres ongegrond, waardoor het bestreden besluit in stand blijft. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid tot hoger beroep.