ECLI:NL:RBZWB:2025:8315
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen beslissing op bezwaar van de RDW inzake griffierecht
In deze zaak heeft eiser beroep ingesteld tegen de beslissing op bezwaar van de Rijksdienst voor het Wegverkeer (RDW) van 13 april 2025, waarbij zijn bezwaarschrift van 4 februari 2025 niet-ontvankelijk is verklaard. De rechtbank heeft geoordeeld dat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is en doet uitspraak zonder zitting, zoals mogelijk gemaakt door artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb).
De rechtbank legt uit dat iemand die beroep instelt, griffierecht moet betalen, zoals vermeld in artikel 8:41 van de Awb. In deze zaak bedraagt het griffierecht € 194,-. De griffier heeft eiser herhaaldelijk gewezen op de verplichting om het griffierecht te voldoen, maar eiser heeft dit niet gedaan. De griffier heeft eiser en zijn gemachtigde meerdere keren in de gelegenheid gesteld om het griffierecht te betalen, maar zonder resultaat. Eiser heeft geen verontschuldiging gegeven voor het niet betalen van het griffierecht.
Gezien het voorgaande heeft de rechtbank geconcludeerd dat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. A.G.J.M. de Weert, rechter, en is openbaar gemaakt op 28 november 2025. Een afschrift van de uitspraak is verzonden aan de betrokken partijen, die de mogelijkheid hebben om verzet aan te tekenen binnen zes weken na verzending van de uitspraak.