In deze uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 1 december 2025, wordt het beroep van belanghebbende tegen de uitspraak op bezwaar van de heffingsambtenaar van de gemeente Breda behandeld. Belanghebbende is het niet eens met de hoogte van de toegekende dwangsom, die is vastgesteld na een bezwaar dat op 28 december 2023 is ingediend. De rechtbank oordeelt dat de heffingsambtenaar de dag van dagtekening van de uitspraak op bezwaar ten onrechte niet heeft meegerekend bij het vaststellen van de dwangsom. De rechtbank stelt vast dat de heffingsambtenaar te laat heeft beslist, waardoor hij een dwangsom van € 92,- verschuldigd is. Daarnaast wordt de heffingsambtenaar veroordeeld tot het betalen van wettelijke rente over dit bedrag vanaf 29 april 2024. De rechtbank kent ook een vergoeding van het griffierecht en proceskosten toe aan belanghebbende, die in totaal € 226,75 bedraagt. De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen zijn op de hoogte gesteld van de beslissing.