Op 10 december 2025 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in de zaak tussen eiser en het Dagelijks Bestuur van Orionis Walcheren. Eiser was het niet eens met het besluit van Orionis om zijn schuldhulpverlening te beëindigen, dat op 11 september 2024 was genomen. De rechtbank heeft het beroep van eiser ongegrond verklaard, wat betekent dat Orionis op goede gronden heeft besloten tot beëindiging van de schuldhulpverlening. Eiser had een aanvraag ingediend voor schuldhulpverlening, maar er was een nieuwe betwiste vordering ontstaan van Allianz, die eiser niet had teruggebracht na een proefrit. De rechtbank oordeelde dat de medewerkingsplicht van eiser, zoals vastgelegd in de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening (Wgs), niet was nageleefd, omdat hij nieuwe schulden had gemaakt. De rechtbank benadrukte dat het van belang is dat er volledige duidelijkheid bestaat over de schuldenpositie van de verzoeker voordat er onderhandelingen met schuldeisers kunnen plaatsvinden. Eiser kreeg geen gelijk en zijn griffierecht en proceskosten werden niet vergoed. De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid tot hoger beroep.