Op 6 januari 2025 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant een zorgmachtiging verleend op verzoek van de officier van justitie voor een betrokkene, geboren in 1966, die verblijft in een accommodatie. De rechtbank heeft de procedure gestart op basis van een verzoekschrift dat op 12 december 2024 is ingediend. De advocaat van de betrokkene, mr. M. Timmermans-Roelands, heeft een verklaring van referte ingediend, waarin de betrokkene erkent dat aan de voorwaarden voor toewijzing van het verzoek wordt voldaan, maar verzoekt om de zorgmachtiging te beperken tot het toedienen van medicatie en het verrichten van medische controles.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de betrokkene lijdt aan een psychische stoornis, gediagnosticeerd als schizofrenie met paranoïde en somatische wanen. De rechtbank oordeelt dat het gedrag van de betrokkene, veroorzaakt door deze stoornis, leidt tot ernstig nadeel, waaronder lichamelijk letsel en maatschappelijke teloorgang. De rechtbank concludeert dat verplichte zorg noodzakelijk is, omdat de betrokkene geen hulpvraag heeft en er een aanzienlijke kans bestaat dat zij de voorgeschreven medicatie zal weigeren in een vrijwillig kader.
De rechtbank heeft de gevraagde zorgmachtiging verleend voor de duur van twaalf maanden, met de specifieke zorgvormen van het toedienen van medicatie en het verrichten van medische controles. Het verzoek voor andere zorgvormen is afgewezen, omdat de noodzaak daarvoor niet is aangetoond. De beschikking is openbaar uitgesproken door mr. Van Dun, rechter, en is op schrift gesteld op 6 januari 2025. Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.