ECLI:NL:RBZWB:2025:92

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
6 januari 2025
Publicatiedatum
9 januari 2025
Zaaknummer
C/02/429814 / FA RK 24-5870
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Rekestprocedure
Rechters
  • Van Dun
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Zorgmachtiging op verzoek van de officier van justitie voor betrokkene met psychische stoornis

Op 6 januari 2025 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant een zorgmachtiging verleend op verzoek van de officier van justitie voor een betrokkene, geboren in 1966, die verblijft in een accommodatie. De rechtbank heeft de procedure gestart op basis van een verzoekschrift dat op 12 december 2024 is ingediend. De advocaat van de betrokkene, mr. M. Timmermans-Roelands, heeft een verklaring van referte ingediend, waarin de betrokkene erkent dat aan de voorwaarden voor toewijzing van het verzoek wordt voldaan, maar verzoekt om de zorgmachtiging te beperken tot het toedienen van medicatie en het verrichten van medische controles.

De rechtbank heeft vastgesteld dat de betrokkene lijdt aan een psychische stoornis, gediagnosticeerd als schizofrenie met paranoïde en somatische wanen. De rechtbank oordeelt dat het gedrag van de betrokkene, veroorzaakt door deze stoornis, leidt tot ernstig nadeel, waaronder lichamelijk letsel en maatschappelijke teloorgang. De rechtbank concludeert dat verplichte zorg noodzakelijk is, omdat de betrokkene geen hulpvraag heeft en er een aanzienlijke kans bestaat dat zij de voorgeschreven medicatie zal weigeren in een vrijwillig kader.

De rechtbank heeft de gevraagde zorgmachtiging verleend voor de duur van twaalf maanden, met de specifieke zorgvormen van het toedienen van medicatie en het verrichten van medische controles. Het verzoek voor andere zorgvormen is afgewezen, omdat de noodzaak daarvoor niet is aangetoond. De beschikking is openbaar uitgesproken door mr. Van Dun, rechter, en is op schrift gesteld op 6 januari 2025. Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Familie- en Jeugdrecht
Locatie Breda
Zaaknummer: C/02/429814 / FA RK 24-5870
Datum uitspraak: 6 januari 2025
Beschikking zorgmachtiging
op het verzoek van de officier van justitie voor
[betrokkene],
geboren op [geboortedag] 1966 in [geboorteplaats],
hierna te noemen betrokkene,
verblijvende [accommodatie], [adres], [afdeling],
advocaat mr. M. Timmermans-Roelands te Bergen op Zoom.

1.Het verloop van de procedure

1.1.
De rechtbank neemt de volgende stukken mee in haar beoordeling:
  • het verzoekschrift met bijlagen, binnengekomen bij de rechtbank op 12 december 2024;
  • de van de advocaat van betrokkene ontvangen verklaring houdende referte, door beiden (mede) ondertekend, gedateerd 17 december 2024.

2.Wat vaststaat

2.1.
De rechtbank heeft een zorgmachtiging verleend tot en met 9 januari 2025.
2.2.
Betrokkene verblijft ingevolge voormelde zorgmachtiging bij de [accommodatie] te [plaats] op de [afdeling].

3.Het verzoek

De officier van justitie verzoekt de rechtbank een zorgmachtiging voor de duur van twaalf maanden te verlenen voor de navolgende zorgvormen:
het toedienen van vocht, voeding en medicatie, alsmede het verrichten van medische
controles of andere medische handelingen en therapeutische maatregelen, ter behandeling van een psychische stoornis, dan wel vanwege die stoornis, ter behandeling van een
somatische aandoening.

4.De beoordeling

4.1.
Uit de referteverklaring van betrokkene leidt de rechtbank af dat betrokkene het verzoek met haar advocaat en met haar behandelaar heeft besproken, dat betrokkene erkent dat aan de voorwaarden voor toewijzing van het verzoek met de daarin opgenomen vormen van verplichte zorg wordt voldaan, zij het uitsluitend voor zover is verzocht een zorg-machtiging te verlenen voor het toedienen van medicatie en het verrichten van medische controles. De advocaat van betrokkene verzoekt daarom de zorgmachtiging tot deze twee verplichte zorgvormen te beperken en het verzoek voor het overige af te wijzen. Verder ziet betrokkene uitdrukkelijk af van het recht om op het verzoek te worden gehoord en van het recht om haar advocaat namens haar mondeling het woord te laten voeren.
4.2.
Gelet op de inhoud van de stukken en de referteverklaring acht de rechtbank zich voldoende geïnformeerd om op het verzoek te beslissen.
4.3.
De rechtbank verleent de gevraagde zorgmachtiging. Zij legt hierna uit waarom zij deze beslissing neemt.
4.4.
Naar het oordeel van de rechtbank staat op grond van de overgelegde stukken vast dat betrokkene lijdt aan een psychische stoornis, in de medische verklaring gediagnosticeerd als schizofrenie met paranoïde en somatische wanen.
4.5.
Naar het oordeel van de rechtbank is uit de overgelegde stukken genoegzaam gebleken dat door haar stoornis veroorzaakt gedrag van betrokkene leidt tot het bestaan van of het aanzienlijk risico op ernstig nadeel. Dit nadeel bestaat uit:
- ernstig lichamelijk letsel;
  • ernstige psychische schade;
  • ernstige verwaarlozing;
- maatschappelijke teloorgang;
- het oproepen van agressie van een ander door het vertonen van hinderlijk gedrag.
4.6.
Om het ernstig nadeel af te wenden of de geestelijke gezondheid van betrokkene te stabiliseren of te herstellen heeft betrokkene zorg nodig. Betrokkene dient de haar voorgeschreven medicatie te (blijven) gebruiken. Indien zij dit niet doet resulteert dit in toenemende wanen en hallucinaties en vergroting van haar angst en achterdocht. Gebleken is dat betrokkene daardoor in een forse staat van agitatie geraakt, dat zij zichzelf en haar leefomgeving vervolgens gaat verwaarlozen, dat zij derden beschuldigt onder meer van diefstal en hen uitscheldt, dat zij onbekenden aanspreekt en dat zij zich naar deze personen en ook bij instanties eisend opstelt.
4.7.
Betrokkene heeft geen hulpvraag. Bovendien is er een aanzienlijke kans, wanneer sprake is van zorg binnen een vrijwillig kader, dat betrokkene de haar voorgeschreven medicatie ter afwending van het hiervóór beschreven ernstig nadeel zal weigeren. Daarom is verplichte zorg nodig. De rechtbank is op grond van de stukken, waaronder meer specifiek de medische verklaring en de visie van de geneesheer-directeur van oordeel dat in ieder geval de volgende vormen van verplichte zorg nodig zijn:
- het toedienen van medicatie;
- het verrichten van medische controles.
De twee hiervoor genoemde vormen van verplichte zorg zullen dus worden toegewezen.
Het verzoek van de officier van justitie zal echter worden afgewezen voor zover dat ziet op de overige verzochte verplichte zorgvormen, nu de noodzaak daarvoor niet is gebleken.
4.8.
Er zijn geen minder bezwarende alternatieven die hetzelfde beoogde effect hebben.
4.9.
De vormen van verplichte zorg die de rechtbank toewijst, zijn evenredig en naar verwachting effectief. Bij het bepalen van de juiste vormen van zorg is rekening gehouden met de voorwaarden die noodzakelijk zijn om deelname van betrokkene aan het maatschappelijk leven te bevorderen en om te zorgen voor de veiligheid van betrokkene en zijn omgeving.
4.10.
Met inachtneming van het vorenstaande zal de rechtbank een zorgmachtiging verlenen voor de duur van twaalf maanden.

5.De beslissing

De rechtbank:
5.1.
verleent een zorgmachtiging voor
[betrokkene],
geboren op [geboortedag] 1966 in [geboorteplaats],
inhoudende dat bij wijze van verplichte zorg de maatregelen als genoemd in rechtsoverweging 4.7 kunnen worden getroffen;
5.2.
bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met 6 januari 2026;
5.3.
wijst af het meer of anders verzochte.
Deze beschikking is gegeven en in het openbaar uitgesproken door mr. Van Dun, rechter, in aanwezigheid van Baremans, griffier en op schrift gesteld op 6 januari 2025.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.