ECLI:NL:RBZWO:2003:AO0043
Rechtbank Zwolle
- Eerste aanleg - meervoudig
- M.I. Lammertsma-van der Heij
- H.C. Moorman
- J.J. Szauer-Bos
- Rechtspraak.nl
Beëindiging uitkering op basis van vermogen en rechtmatigheid van besluit
In deze zaak heeft de Rechtbank Zwolle op 3 december 2003 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiseres en het College van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Zwolle. Eiseres had bezwaar gemaakt tegen een besluit van verweerder, waarin haar werd meegedeeld dat zij geen recht meer had op een uitkering op basis van de Algemene bijstandswet (Abw) omdat zij beschikte over een vermogen van € 35.800,00, de waarde van een huis in Marokko. Daarnaast werd er een boete van € 45,00 opgelegd omdat eiseres het bezit van de woning niet had gemeld.
De rechtbank heeft vastgesteld dat eiseres juridisch eigenaar is van het pand in Marokko, wat betekent dat zij redelijkerwijs over dat huis kan beschikken. De gezondheidstoestand van eiseres en de onwilligheid van haar kinderen om het huis te verkopen of te verhypothekeren, maken de situatie complex. De rechtbank heeft overwogen dat, hoewel eiseres niet in staat is om het huis te verkopen, de waarde ervan het vrij te laten vermogen overschrijdt, waardoor zij geen recht heeft op bijstand.
De rechtbank heeft het beroep van eiseres ongegrond verklaard, omdat verweerder terecht had geconcludeerd dat eiseres geen recht had op bijstand op basis van haar vermogen. De rechtbank heeft ook geoordeeld dat de beperking van de leenbijstand tot een bepaalde periode gerechtvaardigd was, gezien de omstandigheden. De uitspraak benadrukt de noodzaak voor bijstandsontvangers om over hun vermogen te beschikken om in aanmerking te komen voor bijstand.