ECLI:NL:RVS:2000:AA4810
Raad van State
- Hoger beroep
- J.A.E. van der Does
- J.H. Grosheide
- J.A.M. van Angeren
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen de weigering van legalisatie van een Nigeriaanse geboorteakte en verklaring van ongehuwd zijn
In deze zaak gaat het om het hoger beroep van de Minister van Buitenlandse Zaken tegen een uitspraak van de arrondissementsrechtbank te 's-Gravenhage. De rechtbank had eerder geoordeeld dat de beslissing van de Minister om de legalisatie van een Nigeriaanse geboorteakte en een verklaring van ongehuwd zijn te weigeren, onterecht was. De Minister had deze weigering gebaseerd op het feit dat de aanvrager, C, kort voor de beslissing was overleden en dat de aanvrager A, die het verzoek om legalisatie indiende, geen rechtstreeks belang zou hebben bij de legalisatie. De rechtbank oordeelde echter dat A wel degelijk belanghebbende was, omdat de legalisatie van de geboorteakte noodzakelijk was voor de erkenning van het huwelijk tussen A en C, dat op 1 april 1997 in Nigeria was gesloten. De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State bevestigde de uitspraak van de rechtbank en oordeelde dat A recht had op legalisatie, aangezien de rechtsgevolgen van het huwelijk afhankelijk waren van de legalisatie van de geboorteakte. De Minister had niet aangetoond dat A geen zelfstandig belang had bij de legalisatie, en de rechtbank had het beroep van A terecht ontvankelijk geacht. De uitspraak van de rechtbank werd bevestigd, en het hoger beroep van de Minister werd ongegrond verklaard.