ECLI:NL:RVS:2004:AP0324
Raad van State
- Hoger beroep
- D.A.C. Slump
- G.A.A.M. Boot
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen bouwvergunning voor benzinestation in Wieringen
In deze zaak gaat het om een hoger beroep tegen de uitspraak van de rechtbank Alkmaar, die op 1 september 2003 het beroep van appellant ongegrond verklaarde. Het college van burgemeester en wethouders van Wieringen had op 28 augustus 2001 vrijstelling verleend op basis van artikel 19, eerste lid, van de Wet op de Ruimtelijke Ordening (WRO) en een bouwvergunning verleend voor de oprichting van een benzinestation met shop, carwash en wasboxen op een specifiek perceel in Wieringen. Appellant, die bezwaar had gemaakt tegen deze beslissing, stelde dat de verleende vergunning niet in overeenstemming was met het bestemmingsplan en dat er milieubezwaren waren.
De Raad van State heeft de zaak behandeld op 27 april 2004. Tijdens deze zitting was appellant niet aanwezig, terwijl het college vertegenwoordigd was door een ambtenaar. De Raad overwoog dat het bestemmingsplan "Buitengebied 2002" inmiddels in rechte onaantastbaar was geworden, waardoor de bouw van het benzinestation op de onderhavige locatie mogelijk was. Dit betekende dat er geen vrijstelling meer nodig was op basis van de WRO, en dat er geen belang meer bestond bij een beoordeling van de belangenafweging die aan de vrijstelling ten grondslag lag.
Daarnaast werd opgemerkt dat de milieubezwaren van appellant niet aan de orde konden komen in het kader van artikel 44 van de Woningwet, omdat dit artikel limitatief en imperatief is. Het college had eerder al een milieuvergunning verleend voor het benzinestation, en de Raad concludeerde dat de rechtbank terecht had geoordeeld dat de verlening van de bouwvergunning door het college gehandhaafd kon worden.
Uiteindelijk oordeelde de Raad van State dat het hoger beroep ongegrond was en bevestigde de eerdere uitspraak van de rechtbank. Er werd geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling.