ECLI:NL:RVS:2004:AQ3696
Raad van State
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- J.R. Schaafsma
- D.A.B. Montagne
- Rechtspraak.nl
Vergunningverlening voor melkrundveehouderij en geluidgrenswaarden
In deze zaak gaat het om de vergunningverlening voor het oprichten en in werking hebben van een melkrundveehouderij, verleend door het college van burgemeester en wethouders van Hardenberg op 10 september 2002. De vergunninghouder kreeg toestemming voor de inrichting op een specifiek perceel, maar de vergunning werd later door de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State gedeeltelijk vernietigd op 10 september 2003. Dit gebeurde omdat de gestelde geluidgrenswaarden voor de nachtperiode niet adequaat waren. De Afdeling heeft verweerder opgedragen om binnen acht weken een nieuw besluit te nemen, waarbij de geluidgrenswaarden opnieuw moesten worden beoordeeld.
Op 3 november 2003 heeft verweerder een nieuw besluit genomen, waarin de geluidgrenswaarden voor immissiepunt 1 zijn aangepast. De appellanten, die zich benadeeld voelden door de vergunning, hebben beroep ingesteld tegen dit nieuwe besluit. Zij betogen dat de geluidgrenswaarden in de nachtperiode niet nageleefd kunnen worden, omdat de activiteiten in de inrichting in die periode geluidsoverlast veroorzaken.
De Afdeling heeft de argumenten van de appellanten beoordeeld en geconcludeerd dat er in de nachtperiode vrijwel geen activiteiten plaatsvinden die geluidsoverlast kunnen veroorzaken. De melkrobot, die in de nacht kan draaien, is inpandig opgesteld en er is geen uitlaat naar buiten, waardoor geluid niet naar buiten kan uitstralen. Gezien de aard van de inrichting en de afstand tot de dichtstbijzijnde woningen, is de Afdeling van mening dat de geluidgrenswaarden voor de nachtperiode wel nageleefd kunnen worden. Het beroep van de appellanten is ongegrond verklaard, en er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.