ECLI:NL:RVS:2005:AS3165
Raad van State
- Eerste aanleg - meervoudig
- Th.G. Drupsteen
- W.C.E. Hammerstein-Schoonderwoerd
- Ch.W. Mouton
- Rechtspraak.nl
Intrekking van lasten onder dwangsom in het kader van milieuvergunningen
In deze zaak heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op 19 januari 2005 uitspraak gedaan over de intrekking van lasten onder dwangsom die eerder aan een partij waren opgelegd. De zaak betreft een besluit van de gemeente Deurne, waarbij op 30 maart 2004 de lasten onder dwangsom, opgelegd bij besluit van 14 november 2002, zijn ingetrokken. De appellant, die zich niet kon verenigen met dit besluit, stelde dat de overtredingen van de vergunning uit 1991 nog steeds voortduren en dat er geen concreet zicht op legalisatie is. De appellant voerde aan dat de gevraagde vergunning op basis van het vigerende toetsingskader niet kan worden verleend en dat er nog steeds een noodzaak tot handhaving bestaat.
De Afdeling heeft vastgesteld dat de gemeente bij het bestreden besluit heeft gehandeld op basis van een ontvankelijke aanvraag om een vergunning krachtens de Wet milieubeheer, die door de partij was ingediend. De Afdeling oordeelde dat de gemeente in redelijkheid tot intrekking van de lasten onder dwangsom heeft kunnen overgaan, omdat er sprake was van concreet zicht op legalisatie. De Afdeling concludeerde dat de argumenten van de appellant niet voldoende waren om het besluit van de gemeente te weerleggen. De Afdeling verklaarde het beroep van de appellant ongegrond en gaf aan dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling.
De uitspraak benadrukt het belang van de beoordeling van aanvragen om milieuvergunningen en de mogelijkheid van legalisatie van eerder onrechtmatige situaties, mits er voldoende waarborgen zijn voor de naleving van de geldende wet- en regelgeving.