ECLI:NL:RVS:2007:AZ8992
Raad van State
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- K. Brink
- J. Fransen
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen niet-ontvankelijk verklaring bezwaar tegen milieuvergunning
In deze zaak gaat het om een beroep dat is ingesteld door appellanten tegen een besluit van het college van burgemeester en wethouders van Winschoten. Dit college heeft op 17 mei 2006 een melding geaccepteerd van vergunninghoudster voor het veranderen van haar inrichting, gelegen op een specifiek adres in Winschoten. Appellanten, die als omwonenden worden aangeduid, hebben bezwaar gemaakt tegen dit besluit, maar hun bezwaar werd op 12 september 2006 niet-ontvankelijk verklaard. Dit leidde tot het indienen van een beroep bij de Raad van State op 19 oktober 2006.
De Raad van State heeft de zaak behandeld op 2 februari 2007, waarbij zowel appellanten als vertegenwoordigers van de gemeente aanwezig waren. De kern van het geschil draait om de vraag of appellanten als belanghebbenden kunnen worden aangemerkt in de zin van de Algemene wet bestuursrecht. Appellanten betogen dat de uitbreiding van de opslagloods voor stro hen zal raken, omdat dit zou leiden tot een toename van de productie en daarmee tot hinder in hun woonomgeving.
De Raad van State overweegt dat appellanten op een afstand van 475 meter tot 10 kilometer van de inrichting wonen. De rechtbank concludeert dat er geen aannemelijke milieugevolgen voor de woningen van appellanten zijn aangetoond, waardoor zij niet als belanghebbenden kunnen worden aangemerkt. Dit leidt tot de conclusie dat het college van burgemeester en wethouders het bezwaar van appellanten terecht niet-ontvankelijk heeft verklaard. Het beroep wordt dan ook ongegrond verklaard, en er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.