ECLI:NL:RVS:2008:BD7377

Raad van State

Datum uitspraak
16 juli 2008
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
200707163/1
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
  • C.M. Ligtelijn-van Bilderbeek
  • J.H.B. van der Meer
  • C.W. Mouton
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Openbaarmaking kandidatenlijsten gemeenteraadsverkiezingen Harenkarspel

In deze zaak heeft [wederpartij] op 4 februari 2006 per e-mail een verzoek ingediend bij de burgemeester van Harenkarspel om openbaarmaking van de kandidatenlijsten voor de gemeenteraadsverkiezingen die op 7 maart 2006 zouden plaatsvinden. Het college van burgemeester en wethouders heeft op 12 september 2006 het bezwaar van [wederpartij] tegen het niet tijdig nemen van een besluit ongegrond verklaard. Hierop heeft [wederpartij] beroep ingesteld bij de rechtbank Alkmaar, die op 29 augustus 2007 het beroep gedeeltelijk gegrond verklaarde en het besluit van 12 september 2006 vernietigde. Het college heeft vervolgens hoger beroep ingesteld bij de Raad van State.

De Raad van State heeft op 16 juli 2008 uitspraak gedaan. De Afdeling bestuursrechtspraak overwoog dat het verzoek van [wederpartij] om toezending van de kandidatenlijsten niet kan worden gezien als een verzoek om een besluit in de zin van de Algemene wet bestuursrecht (Awb), omdat de lijsten op dat moment al openbaar waren en ter inzage lagen. De Afdeling verklaarde het hoger beroep van het college gegrond en vernietigde de uitspraak van de rechtbank voor zover deze het besluit van 12 september 2006 betreft. Tevens verklaarde de Afdeling het beroep van [wederpartij] tegen dit besluit gegrond en vernietigde het besluit van het college. Het bezwaar van [wederpartij] werd niet-ontvankelijk verklaard, en de uitspraak van de Raad van State trad in de plaats van het vernietigde besluit.

De uitspraak benadrukt de voorwaarden waaronder verzoeken om informatie op basis van de Wet openbaarheid van bestuur (Wob) kunnen worden ingediend en de rol van bestuursorganen in het proces van openbaarmaking van informatie.

Uitspraak

200707163/1.
Datum uitspraak: 16 juli 2008.
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak op het hoger beroep van:
het college van burgemeester en wethouders van Harenkarspel,
appellant,
tegen de uitspraak in zaak nr. 06/2669 van de rechtbank Alkmaar van 29 augustus 2007 in het geding tussen:
[wederpartij], wonend te [woonplaats],
en
het college van burgemeester en wethouders van Harenkarspel.
1. Procesverloop
Bij e-mailbericht van 4 februari 2006 heeft [wederpartij] bij de burgemeester van Harenkarspel ter attentie van het Bureau Verkiezingen (hierna: de voorzitter van het hoofdstembureau) een verzoek ingediend om openbaarmaking van de kandidatenlijsten voor de gemeenteraadsverkiezingen van 7 maart 2006 in de gemeente Harenkarspel.
Bij brief van 3 maart 2006 heeft [wederpartij] bezwaar gemaakt tegen het niet tijdig nemen van een besluit op zijn verzoek.
Bij brief van 8 september 2006 heeft [wederpartij] beroep ingesteld tegen het niet tijdig nemen van een besluit op zijn bezwaar.
Bij besluit van 12 september 2006 heeft het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Harenkarspel (hierna: het college) het bezwaar van 3 maart 2006 ongegrond verklaard.
Bij uitspraak van 29 augustus 2007, verzonden op 31 augustus 2007, heeft de rechtbank Alkmaar (hierna: de rechtbank) het door [wederpartij] ingestelde beroep niet-ontvankelijk verklaard voor zover dit was gericht tegen het niet tijdig nemen van een besluit op het bezwaar van 3 maart 2006 en gegrond verklaard voor zover dit was gericht tegen het besluit van 12 september 2006. De rechtbank heeft het besluit van 12 september 2006 vernietigd en bepaald dat het college met inachtneming van deze uitspraak opnieuw op het bezwaar van [wederpartij] besluit.
Tegen deze uitspraak heeft het college bij brief, bij de Raad van State ingekomen op 9 oktober 2007, hoger beroep ingesteld. De gronden van het hoger beroep zijn aangevuld bij brief, bij de Raad van State ingekomen op 8 november 2007.
[wederpartij] heeft een verweerschrift ingediend.
De Afdeling heeft de zaak ter zitting behandeld op 7 april 2008, waar het college en de voorzitter van het hoofdstembureau, vertegenwoordigd door A.L.M. Karsten, ambtenaar in dienst van de gemeente Harenkarspel, en [wederpartij], vertegenwoordigd door mr. H. van Drunen, werkzaam bij juridisch adviesbureau Maury, zijn verschenen.
2. Overwegingen
2.1. Ingevolge artikel 3, eerste lid, van de Wet openbaarheid van bestuur (hierna: Wob), voor zover thans van belang, kan een ieder een verzoek om informatie neergelegd in documenten over een bestuurlijke aangelegenheid richten tot een bestuursorgaan.
Ingevolge artikel I 17, tweede lid, van de Kieswet worden de kandidatenlijsten voor de gemeenteraadsverkiezingen nadat over de geldigheid daarvan onherroepelijk is beslist, voor een ieder ter inzage gelegd ter secretarie van de gemeente. Van die terinzagelegging geschiedt tegelijk openbare kennisgeving door de voorzitter van het centraal stembureau.
2.2. De Afdeling overweegt ambtshalve als volgt.
Op 4 februari 2006 heeft [wederpartij] per email kopieën besteld van de kandidatenlijsten voor de gemeenteraadsverkiezingen in de gemeente Harenkarspel, die op 7 maart 2006 werden gehouden. Daarbij heeft hij verwezen naar de Wet openbaarheid van bestuur.
Ten tijde van dat verzoek lagen deze kandidatenlijsten, gelet op het bepaalde in artikel I 17, tweede lid, van de Kieswet, voor een ieder ter inzage op de secretarie van de gemeente en waren deze derhalve openbaar. Ook voor [wederpartij] bestond toen de mogelijkheid deze lijsten ter plaatse in te zien en aldaar desgevraagd kopieën daarvan te verkrijgen. Zijn verzoek om toezending van deze kopieën kan onder deze omstandigheden niet anders worden gezien dan als een verzoek tot het verrichten van een feitelijke handeling. De beslissing op een dergelijk verzoek is niet gericht op rechtsgevolg en derhalve geen besluit in de zin van artikel 1:3, eerste lid, van de Awb, waartegen bezwaar en beroep openstaat.
2.3. Gezien het vorenoverwogene is het hoger beroep van het college gegrond en dient de aangevallen uitspraak te worden vernietigd, voor zover deze het besluit van 12 september 2006 betreft. Doende hetgeen de rechtbank zou behoren te doen, zal de Afdeling tevens het beroep van [wederpartij] tegen het besluit van 12 september 2006 gegrond verklaren. Dat besluit komt eveneens voor vernietiging in aanmerking. De Afdeling zal zelf in de zaak voorzien door het bezwaar van [wederpartij] niet-ontvankelijk te verklaren en bepalen dat deze uitspraak in de plaats treedt van het vernietigde besluit.
2.4. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
3. Beslissing
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State
Recht doende in naam der Koningin:
I. verklaart het hoger beroep van het college gegrond;
II. vernietigt de uitspraak van de rechtbank Alkmaar van 29 augustus 2007 in zaak nr. 06/2669, voor zover deze het besluit van 12 september 2006 betreft;
III. verklaart het beroep van [wederpartij] tegen dit besluit gegrond;
IV. vernietigt het besluit van het college van 12 september 2006;
V. verklaart het door [wederpartij] ingediende bezwaar niet-ontvankelijk;
VI. bepaalt dat deze uitspraak in de plaats treedt van het besluit van 12 september 2006.
Aldus vastgesteld door mr. C.M. Ligtelijn-van Bilderbeek, voorzitter, en mr. J.H.B. van der Meer en mr. C.W. Mouton, leden, in tegenwoordigheid van mr. P. Klein, ambtenaar van Staat.
w.g. Ligtelijn-van Bilderbeek w.g. Klein
voorzitter ambtenaar van Staat
Uitgesproken in het openbaar op 16 juli 2008.
176-546.