ECLI:NL:RVS:2009:BH7688

Raad van State

Datum uitspraak
25 maart 2009
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
200804896/1
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
  • M. Vlasblom
  • D. Roemers
  • K.J.M. Mortelmans
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Goedkeuring vestiging recht van erfpacht door College sanering zorginstellingen

In deze zaak heeft de Raad van State op 25 maart 2009 uitspraak gedaan over een beroep van de stichting Stichting Symfora Groep (hierna: Symfora) tegen een besluit van het College sanering zorginstellingen. Het College had op 20 december 2007 goedkeuring verleend voor het vestigen van een recht van erfpacht op een onroerende zaak gelegen aan de Utrechtseweg 266 te Amersfoort, ten behoeve van de stichting Dr. Henri van der Hoeven Stichting. Dit besluit werd later door het College herroepen, omdat het volgens hen geen goedkeuring vereiste voor de vestiging van erfpacht, aangezien het volledige eigendom van de onroerende zaak bij de stichting De Open Ankh berustte.

Symfora heeft tegen dit besluit beroep ingesteld, maar de Raad van State oordeelde dat Symfora niet in haar belang werd getroffen door het besluit van 22 mei 2008, omdat het College sanering had bevestigd dat het zonder goedkeuring mogelijk was om een recht van erfpacht te vestigen. De Afdeling bestuursrechtspraak heeft vastgesteld dat Symfora geen rechtens te beschermen belang had bij een inhoudelijke beoordeling van het beroep, waardoor het beroep niet-ontvankelijk werd verklaard.

De uitspraak benadrukt de noodzaak voor appellanten om een actueel procesbelang aan te tonen in bestuursrechtelijke procedures. De Raad van State heeft in deze zaak geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling, en de beslissing werd uitgesproken in naam der Koningin.

Uitspraak

200804896/1.
Datum uitspraak: 25 maart 2009
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak in het geding tussen:
de stichting Stichting Symfora Groep, gevestigd te Utrecht,
appellante,
en
het College sanering zorginstellingen,
verweerder.
1. Procesverloop
Bij besluit van 20 december 2007, voor zover thans van belang, heeft het College sanering zorginstellingen (hierna: het College sanering) aan de stichting Stichting Symfora Groep (hierna: Symfora) goedkeuring verleend voor het vestigen van een recht van erfpacht ter zake van de onroerende zaak, gelegen aan de Utrechtseweg 266 te Amersfoort, kadastraal bekend gemeente Amersfoort, sectie C, nr. 5706 (hierna: de onroerende zaak), ten behoeve van de stichting Dr. Henri van der Hoeven Stichting (hierna: de Van der Hoeven Stichting), gevestigd te Utrecht.
Bij besluit van 22 mei 2008, voor zover thans van belang, heeft het College sanering het door de stichting De Open Ankh, stichting dienstverlening gezondheidszorg (hierna: De Open Ankh) hiertegen gemaakte bezwaar, voor zover dit is gericht tegen de door het College sanering verleende goedkeuring, gegrond verklaard.
Tegen dit besluit heeft Symfora bij brief, bij de Raad van State ingekomen op 27 juni 2008, beroep ingesteld. De gronden van het beroep zijn aangevuld bij brief van 4 september 2008.
Het College sanering heeft een verweerschrift ingediend.
Bij brief van 21 oktober 2008 heeft De Open Ankh die in de gelegenheid is gesteld als partij aan het geding deel te nemen, een reactie ingediend.
Symfora heeft nadere stukken ingediend.
De Afdeling heeft de zaak ter zitting behandeld op 26 februari 2009, waar Symfora, vertegenwoordigd door mr. K. Mous, advocaat te Nijmegen, en haar [bestuurslid], en het College sanering, vertegenwoordigd door mr. M.F. van der Mersch, advocaat te Den Haag, en G.M.W.M. Keijser, werkzaam bij het College sanering, zijn verschenen.
Voorts is ter zitting De Open Ankh, vertegenwoordigd door mr. J.G. Sijmons, advocaat te Zwolle, en haar [secretaris], als belanghebbende gehoord.
2. Overwegingen
2.1. Bij besluit van 19 juli 2006 heeft het College sanering, in reactie op de melding van Symfora bij brief van 29 juni 2006 dat het voornemens is om ten behoeve van de Van der Hoeven Stichting nieuwbouw te realiseren ter plaatse van de onroerende zaak en deze te verhuren, medegedeeld dat Symfora de gebouwen of terreinen of delen daarvan die blijvend niet meer voor de instelling worden gebruikt, niet kan verhuren, vervreemden of aan enig beperkt recht kan onderwerpen zonder zijn goedkeuring. Tegen dit besluit is geen bezwaar gemaakt, zodat dit in rechte onaantastbaar is geworden.
2.1.1. Bij besluit van 20 december 2007, voor zover thans van belang, heeft het College sanering aan Symfora goedkeuring verleend aan de vestiging van een recht van erfpacht ter zake van de onroerende zaak ten behoeve van de Van der Hoeven Stichting.
2.1.2. Bij het besluit op bezwaar van 22 mei 2008, voor zover thans van belang, heeft het College sanering het bezwaar van De Open Ankh, voor zover gericht tegen de door het College sanering verleende goedkeuring, gegrond verklaard. Het College sanering heeft zich hierbij, in navolging van het advies van de bezwaarschriftencommissie, op het standpunt gesteld dat ingevolge artikel 18, tweede lid, van de Wet toelating zorginstellingen (hierna: de WTZi) geen goedkeuring van de vestiging van erfpacht was vereist, omdat het volledig eigendom van de onroerende zaak berust bij De Open Ankh en die stichting geen instelling is in de zin van deze wet. Het College sanering heeft zich voorts op het standpunt gesteld dat het besluit van 20 december 2007 is vervallen. De Afdeling gaat ervan uit dat het College sanering aldus heeft beoogd dat besluit te herroepen.
2.2. Uit het besluit op bezwaar vloeit voort dat voor het vestigen van een recht van erfpacht ter zake van de onroerende zaak geen goedkeuring als bedoeld in artikel 18, tweede lid, van de WTZi was vereist. Ter zitting heeft het College sanering voorts nader toegelicht dat met het besluit van 22 mei 2008 tevens beoogd is het besluit van 19 juli 2006 in te trekken.
Gevraagd naar het thans nog bestaande procesbelang, heeft Symfora ter zitting aangegeven dat zij zeker gesteld wenst te zien dat de Van der Hoeven Stichting ter plaatse van de onroerende zaak een instelling kan vestigen.
Aangezien uit het bestreden besluit voortvloeit dat het zonder goedkeuring van het College sanering mogelijk is een recht van erfpacht ter zake van de onroerende zaak ten behoeve van de Van der Hoeven Stichting te vestigen, wordt Symfora door dat besluit niet in haar gestelde belang getroffen.
Naar ter zitting is bevestigd, strekt het beroep van Symfora er tevens toe een oordeel te verkrijgen over de vraag of zij eigendomsrechten op de onroerende zaak geldend kan doen maken en uit dien hoofde de opbrengst uit de tussen De Open Ankh en de Van der Hoeven Stichting gesloten overeenkomst tot uitgifte in erfpacht van de onroerende zaak op enigerlei wijze aan haar ten goede dient te komen. Het belang van Symfora bij de beantwoording van die vraag levert geen procesbelang op bij haar beroep tegen het besluit van 22 mei 2008, omdat dit een belang is dat in deze procedure niet aan de orde kan komen. Volgens vaste jurisprudentie van de Afdeling (onder meer de uitspraak van 19 december 2007 in zaak nr.
200704286/1) is de bestuursrechter alleen in het kader van een geschil met betrekking tot een besluit tot het beantwoorden van rechtsvragen geroepen. Voormelde rechtsvraag valt buiten de reikwijdte van het besluit van 22 mei 2008 en de bestuursrechter is niet geroepen tot het beslechten van een civielrechtelijk geschil.
Nu niet is gebleken dat Symfora nog een rechtens te beschermen belang heeft bij een inhoudelijke beoordeling van het beroep, dient dit niet-ontvankelijk te worden verklaard.
2.3. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
3. Beslissing
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State
Recht doende in naam der Koningin:
verklaart het beroep niet-ontvankelijk.
Aldus vastgesteld door mr. M. Vlasblom, voorzitter, en mr. D. Roemers en mr. K.J.M. Mortelmans, leden, in tegenwoordigheid van mr. R.H.L. Dallinga, ambtenaar van Staat.
w.g. Vlasblom w.g. Dallinga
voorzitter ambtenaar van Staat
Uitgesproken in het openbaar op 25 maart 2009
18-505.