ECLI:NL:RVS:2010:BO5757
Raad van State
- Eerste aanleg - meervoudig
- K. Brink
- W.D.M. van Diepenbeek
- G.N. Roes
- P.A. Melse
- Rechtspraak.nl
Bevoegdheid van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State inzake wijziging vergunningen Grondwaterwet
In deze zaak gaat het om de wijziging van vergunningen die eerder waren verleend aan de naamloze vennootschap NV Duinwaterbedrijf Zuid-Holland voor het onttrekken van grondwater op de winplaats Berkheide en Berkheide/de Kom te Wassenaar. Het college van gedeputeerde staten van Zuid-Holland heeft op 2 februari 2010 besloten om deze vergunningen te wijzigen op basis van artikel 23 van de Grondwaterwet. Dit besluit werd op 8 februari 2010 ter inzage gelegd. Tegen dit besluit hebben de stichtingen Stichting Berkheide Coepelduynen en Stichting Duinbehoud beroep ingesteld bij de Raad van State, waarbij zij op 18 maart 2010 hun beroepschrift indienen.
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft de zaak op 13 september 2010 behandeld. Tijdens de zitting waren de stichtingen vertegenwoordigd door B.J.M. ter Haar en C. Vertegaal, terwijl het college werd vertegenwoordigd door mr. A.L. Biemond en ing. I. Romijn. Dunea Duin en Water, de handelsnaam van NV Duinwaterbedrijf Zuid-Holland, was ook aanwezig met mr. H.M. Giezen als advocaat.
De Afdeling heeft zich ambtshalve de vraag gesteld of zij bevoegd was om van het beroep kennis te nemen. De Grondwaterwet was op 22 december 2009 ingetrokken en de Waterwet was in werking getreden. De Afdeling concludeert dat op basis van artikel 20.1 van de Wet milieubeheer, er geen beroep kan worden ingesteld tegen besluiten op grond van de Waterwet, tenzij artikel 6.27 van de Waterwet van toepassing is. Aangezien het bestreden besluit een ambtshalve wijziging van vergunningen betreft, is artikel 6.27 niet van toepassing. De Afdeling is van oordeel dat zij onbevoegd is om van het beroep kennis te nemen en zendt het beroepschrift door naar de rechtbank 's-Gravenhage voor verdere behandeling.