ECLI:NL:RVS:2013:2040

Raad van State

Datum uitspraak
20 november 2013
Publicatiedatum
20 november 2013
Zaaknummer
201303720/1/A3
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Herziening
Rechters
  • N.S.J. Koeman
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Herziening van een eerdere uitspraak inzake verkeersveiligheid op de ventweg in stadsdeel Nieuw-West

Op 20 november 2013 heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan op het verzoek tot herziening van een eerdere uitspraak van 25 april 2012. In die eerdere uitspraak werd het hoger beroep van het dagelijks bestuur van het stadsdeel Nieuw-West gegrond verklaard, waarbij de rechtbank Amsterdam werd vernietigd. De verzoekers, die in deze zaak betrokken zijn, hebben op 18 april 2013 een verzoek tot herziening ingediend, omdat zij ongevallencijfers hadden verkregen die volgens hen relevant waren voor de eerdere uitspraak. Deze cijfers betroffen ongevallen op de ventweg van 2002 tot en met 2010, en de verzoekers stelden dat het dagelijks bestuur ten onrechte had verklaard dat er geen ongevallen waren geweest.

De Afdeling heeft het verzoek ter zitting behandeld op 31 oktober 2013, waarbij de verzoekers en het dagelijks bestuur vertegenwoordigd waren. De Afdeling overwoog dat het verzoek om herziening meer dan elf maanden na het bekend worden van de ongevallencijfers was ingediend, wat volgens de Afdeling onredelijk laat was. De verzoekers hadden aangevoerd dat zij sinds 1 november 2012 niets meer van hun voormalige advocaat hadden vernomen, maar de Afdeling oordeelde dat dit niet rechtvaardigde dat zij zo lang hadden gewacht met het indienen van het verzoek.

Uiteindelijk verklaarde de Afdeling het verzoek niet-ontvankelijk, wat betekent dat het verzoek niet in behandeling werd genomen. Er werd geen proceskostenveroordeling opgelegd. De uitspraak werd gedaan door mr. N.S.J. Koeman, lid van de enkelvoudige kamer, en mr. A.M.E.A. Neuwahl was aanwezig als ambtenaar van staat. De uitspraak werd openbaar uitgesproken op dezelfde datum.

Uitspraak

201303720/1/A3.
Datum uitspraak: 20 november 2013
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak op het verzoek van:
[verzoekers], allen wonend te [woonplaats],
om herziening (artikel 8:88 van de Algemene wet bestuursrecht; hierna: de Awb) van de uitspraak van de Afdeling van 25 april 2012, in zaak nr. 201106350/1/A3.
Procesverloop
Bij uitspraak van 25 april 2012, in zaak nr. 201106350/1, heeft de Afdeling het hoger beroep van het dagelijks bestuur van het stadsdeel Nieuw-West (hierna: het dagelijks bestuur) gegrond verklaard, de uitspraak van de rechtbank Amsterdam van 28 april 2011 in zaak nr. 10/2487 vernietigd en het bij de rechtbank in die zaak ingestelde beroep ongegrond verklaard. De uitspraak is aangehecht.
Bij brief, bij de Raad van State ingekomen op 18 april 2013, hebben [verzoekers] de Afdeling verzocht die uitspraak te herzien.
De zaak is door een meervoudige kamer van de Afdeling verwezen naar een enkelvoudige.
De Afdeling heeft het verzoek ter zitting behandeld op 31 oktober 2013, waar [verzoekers], vertegenwoordigd door [gemachtigde], en het dagelijks bestuur, vertegenwoordigd door mr. M.L.M. Lohman, advocaat te Amsterdam, en ing. A. van de Woerd, werkzaam bij het stadsdeel, zijn verschenen.
Overwegingen
1. Ingevolge artikel 8:88, eerste lid, van de Awb zoals deze destijds luidde, kan de Afdeling op verzoek van een partij een onherroepelijk geworden uitspraak herzien op grond van feiten of omstandigheden die:
a. hebben plaatsgevonden vóór de uitspraak,
b. bij de indiener van het verzoekschrift vóór de uitspraak niet bekend waren en redelijkerwijs niet bekend konden zijn, en
c. waren zij bij de Afdeling eerder bekend geweest, tot een andere uitspraak zouden hebben kunnen leiden.
2. [verzoekers] hebben een verzoek om herziening van de uitspraak van de Afdeling van 25 april 2012 ingediend wegens verkregen ongevallencijfers, inhoudende de ongevallen op de ventweg van 2002 tot en met 2010. Uit de cijfers blijkt dat het dagelijks bestuur tijdens de zitting bij de Afdeling tweemaal ten onrechte heeft verklaard dat er geen ongevallen zijn geweest op de ventweg, aldus [verzoekers]. Deze ongevallencijfers moeten volgens [verzoekers] worden aangemerkt als feiten of omstandigheden in de zin van artikel 8:119, eerste lid, van de Awb.
2.1. [verzoekers] zijn op 11 mei 2012 op de hoogte geraakt van de ongevallencijfers. Het verzoek om herziening is evenwel pas op 17 april 2013 ingediend. Dat zijn meer dan elf maanden nadat [verzoekers] op de hoogte zijn geraakt van de ongevallencijfers. Gelet op het in artikel 6:12, vierde lid, van de Awb tot uitdrukking gebrachte beginsel, dat van een rechtsmiddel, indien het aanwenden daarvan niet aan een termijn is gebonden, niet onredelijk laat gebruik mag worden gemaakt, is de Afdeling van oordeel dat het verzoek in dit geval onredelijk laat is ingediend. Dat [verzoekers], zoals zij stellen, sinds 1 november 2012 niets meer vernomen hebben van hun voormalige advocaat en deze niet om herziening heeft verzocht, komt voor risico van [verzoekers] en rechtvaardigt niet dat zij met het doen van het verzoek om herziening meer dan elf maanden hebben gewacht.
3. Gelet op het vorenstaande is het verzoek niet-ontvankelijk.
4. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
Beslissing
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
verklaart het verzoek niet-ontvankelijk.
Aldus vastgesteld door mr. N.S.J. Koeman, lid van de enkelvoudige kamer, in tegenwoordigheid van mr. A.M.E.A. Neuwahl, ambtenaar van staat.
w.g. Koeman w.g. Neuwahl
lid van de enkelvoudige kamer ambtenaar van staat
Uitgesproken in het openbaar op 20 november 2013
280-805.