ECLI:NL:RVS:2013:913

Raad van State

Datum uitspraak
28 augustus 2013
Publicatiedatum
28 augustus 2013
Zaaknummer
201208454/1/A3
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
  • H.G. Lubberdink
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beoordeling van de niet-ontvankelijkheid van bezwaar tegen het niet tijdig nemen van een besluit door de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie

In deze zaak gaat het om het hoger beroep van [appellant] tegen de uitspraak van de rechtbank Haarlem, die op 12 juli 2012 het beroep van [appellant] ongegrond verklaarde en het bezwaar tegen het niet tijdig nemen van een besluit door de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie niet-ontvankelijk verklaarde. Het bezwaar was ingediend naar aanleiding van een aanvraag van [appellant] om definitief ingeschreven te worden in het Kwaliteitsregister tolken en vertalers, welke aanvraag op 23 december 2008 was ingediend. De staatssecretaris verklaarde het bezwaar niet-ontvankelijk omdat de aanvraag volgens hem niet bij hem was ingekomen, en omdat er geen bezwaar openstond tegen het niet tijdig nemen van een besluit.

De rechtbank oordeelde dat na de inwerkingtreding van de Wet dwangsom en beroep bij niet tijdig beslissen op 1 oktober 2009, enkel beroep openstond tegen het niet tijdig nemen van een besluit. De rechtbank concludeerde dat [appellant] niet aannemelijk had gemaakt dat hij in de periode tussen de aanvraag en medio 2011 contact had gehad over de status van zijn aanvraag, waardoor hij niet kon verwachten dat er binnen een redelijke termijn een besluit zou worden genomen. Het beroepschrift werd als onredelijk laat ingediend en daarom niet-ontvankelijk verklaard.

In hoger beroep betoogde [appellant] dat hij mocht verwachten dat de staatssecretaris alsnog een besluit zou nemen. Hij verwees naar een telefoongesprek met een medewerker van de raad voor rechtsbijstand, maar de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State oordeelde dat de rechtbank terecht had overwogen dat er geen aanknopingspunten waren voor de verwachting dat er binnen afzienbare tijd een beslissing zou volgen. De rechtbank had ook het verzoek om een getuige te horen afgewezen, wat de Afdeling bevestigde. Het hoger beroep werd ongegrond verklaard en de uitspraak van de rechtbank werd bevestigd.

Uitspraak

201208454/1/A3.
Datum uitspraak: 28 augustus 2013
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak op het hoger beroep van:
[appellant], wonend te [woonplaats],
appellant,
tegen de uitspraak van de rechtbank Haarlem van 12 juli 2012 in zaak nr. 12/167 in het geding tussen:
[appellant]
en
de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie.
Procesverloop
Bij besluit van 30 november 2011 heeft de staatssecretaris het door [appellant] tegen het niet tijdig nemen van een besluit gemaakte bezwaar niet-ontvankelijk verklaard.
Bij uitspraak van 12 juli 2012 heeft de rechtbank het door [appellant] daartegen ingestelde beroep ongegrond verklaard en het door hem tegen het niet tijdig nemen van een besluit gerichte beroep niet-ontvankelijk verklaard. Deze uitspraak is aangehecht.
Tegen deze uitspraak heeft [appellant] hoger beroep ingesteld.
De staatssecretaris heeft een verweerschrift ingediend.
De zaak is door een meervoudige kamer van de Afdeling verwezen naar een enkelvoudige.
De Afdeling heeft de zaak ter zitting behandeld op 5 augustus 2013, waar [appellant], bijgestaan door mr. H. Elmas, advocaat te Zaandam, vergezeld van N.S. Desbarida, en de staatssecretaris, vertegenwoordigd door mr. F. Kabbouti, werkzaam bij de raad voor rechtsbijstand, zijn verschenen.
Overwegingen
1. Ingevolge artikel 6:2, aanhef en onder b, van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb) wordt voor de toepassing van wettelijke voorschriften over bezwaar en beroep het niet tijdig nemen van een besluit met een besluit gelijkgesteld.
Ingevolge artikel 6:12, tweede lid, kan een beroepschrift, gericht tegen het niet tijdig nemen van een besluit dan wel het niet tijdig bekendmaken van een van rechtswege verleende beschikking, worden ingediend zodra:
a. het bestuursorgaan in gebreke is tijdig een besluit te nemen of een van rechtswege verleende beschikking bekend te maken, en
b. twee weken zijn verstreken na de dag waarop belanghebbende het bestuursorgaan schriftelijk heeft medegedeeld dat het in gebreke is.
Ingevolge het vierde lid is het beroep niet-ontvankelijk indien het beroepschrift onredelijk laat is ingediend.
Ingevolge artikel 7:1, eerste lid, aanhef en onder e, dient degene aan wie het recht is toegekend beroep bij een administratieve rechter in te stellen, alvorens beroep in te stellen bezwaar te maken, tenzij het beroep zich richt tegen het niet tijdig nemen van een besluit.
2. [appellant] heeft bij brief van 5 oktober 2011 bij de raad voor rechtsbijstand bezwaar gemaakt tegen het niet tijdig nemen van een besluit op een aanvraag van 23 december 2008 om hem definitief in te schrijven in het Kwaliteitsregister tolken en vertalers (hierna: het kwaliteitsregister). De raad voor rechtsbijstand heeft het bezwaarschrift doorgezonden aan de staatssecretaris.
In het besluit van 30 november 2011 heeft de staatssecretaris gesteld dat de aanvraag van 23 december 2008 niet bij hem is ingekomen, zodat hij niet in gebreke is tijdig een besluit te nemen. Reeds daarom dient het bezwaar volgens hem niet-ontvankelijk te worden verklaard. Voorts dient het bezwaar volgens hem niet-ontvankelijk te worden verklaard omdat ingevolge artikel 6:12, gelezen in verbinding met artikel 7:1, van de Awb, geen bezwaar openstond tegen het niet tijdig nemen van een besluit. Voor zover de aanvraag wel zou zijn ingediend en voor zover wel bezwaar kon worden gemaakt tegen het niet tijdig nemen van een besluit op die aanvraag, is dat bezwaar onredelijk laat gemaakt, zodat het bezwaar ook daarom niet-ontvankelijk moet worden verklaard, aldus de staatssecretaris.
3. De rechtbank heeft overwogen dat na de inwerkingtreding van de Wet dwangsom en beroep bij niet tijdig beslissen op 1 oktober 2009 slechts beroep openstond tegen het niet tijdig nemen van een besluit, zodat de staatssecretaris het door [appellant] gemaakte bezwaar terecht niet-ontvankelijk heeft verklaard. Voorts heeft de rechtbank het bezwaarschrift van [appellant] aangemerkt als schriftelijke mededeling aan de staatssecretaris dat hij in gebreke is en zijn beroepschrift aangemerkt als beroepschrift tegen het niet tijdig nemen van een besluit op de aanvraag van 23 december 2008. De rechtbank heeft in het midden gelaten of de staatssecretaris dan wel de raad voor rechtsbijstand die aanvraag heeft ontvangen. Omdat [appellant] niet aannemelijk heeft gemaakt dat hij in de periode tussen 23 december 2008 en medio 2011 contact heeft gehad over de aanvraag, kon bij [appellant] niet de gerechtvaardigde verwachting bestaan dat binnen een redelijke termijn een besluit op de aanvraag zou worden genomen. Het beroepschrift is daarom onredelijk laat ingediend, zodat het beroep met toepassing van artikel 6:12, vierde lid, van de Awb niet-ontvankelijk dient te worden verklaard, aldus de rechtbank.
4. [appellant] betoogt dat de rechtbank heeft miskend dat hij mocht verwachten dat de staatssecretaris alsnog een besluit zou nemen op zijn aanvraag. Hij voert aan dat hij eind mei of begin juni 2011 in het kader van een aanvraag om inschrijving in het register beëdigde tolken en vertalers en plaatsing op de zogenoemde uitwijklijst telefonisch contact heeft gehad met een medewerker van de raad voor rechtsbijstand, waarbij ook is gesproken over de inschrijving in het kwaliteitsregister. Verder had de raad voor rechtsbijstand volgens hem veel tijd nodig voor de uitvoering van de Wet beëdigde tolken en vertalers, die op 1 januari 2009 in werking is getreden.
Voorts is de rechtbank volgens hem ten onrechte voorbijgegaan aan zijn verzoek om een medewerker van de raad voor rechtsbijstand als getuige te horen over de vraag of de aanvraag van 23 december 2008 is ontvangen.
4.1. Tussen de datum waarop [appellant] de aanvraag stelt te hebben ingediend en het gestelde telefoongesprek eind mei of begin juni 2011, ligt een periode van bijna tweeënhalf jaar. [appellant] heeft niet aannemelijk gemaakt dat hij gedurende deze periode met de raad voor rechtsbijstand dan wel met de staatssecretaris contact heeft gehad over de afhandeling van de aanvraag. Dat de raad voor rechtsbijstand, naar [appellant] stelt, veel tijd nodig had voor de uitvoering van de Wet beëdigde tolken en vertalers en dat in dat verband onder meer beleid diende te worden ontwikkeld, is geen omstandigheid op grond waarvan [appellant] mocht verwachten dat binnen afzienbare tijd alsnog een beslissing op de aanvraag zou worden genomen. Daarbij wordt in aanmerking genomen dat hetgeen [appellant] naar voren heeft gebracht, geen aanknopingspunten biedt om aannemelijk te achten dat door de invoering van voormelde wet gedurende meer dan twee jaar geen besluit kon worden genomen op zijn aanvraag. De rechtbank heeft dan ook terecht overwogen dat, ervan uitgaande dat de aanvraag van 23 december 2008 is ingediend, het beroep tegen het niet tijdig nemen van een besluit op die aanvraag onredelijk laat is ingediend. Dat beroep is dan ook terecht niet-ontvankelijk verklaard.
4.2. Er is geen grond voor het oordeel dat de rechtbank niet in het midden mocht laten of de aanvraag van 23 december 2008 bij de staatssecretaris dan wel bij de raad voor rechtsbijstand is ingekomen. De rechtbank mocht er daarom van afzien de door [appellant] genoemde medewerker van de raad voor rechtsbijstand hierover als getuige te horen.
Het betoog faalt.
5. Het hoger beroep is ongegrond. De aangevallen uitspraak dient, voor zover aangevallen, te worden bevestigd.
6. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
Beslissing
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
bevestigt de uitspraak van de rechtbank, voor zover aangevallen.
Aldus vastgesteld door mr. H.G. Lubberdink, lid van de enkelvoudige kamer, in tegenwoordigheid van mr. H. Herweijer, ambtenaar van staat.
w.g. Lubberdink w.g. Herweijer
lid van de enkelvoudige kamer ambtenaar van staat
Uitgesproken in het openbaar op 28 augustus 2013
640.