ECLI:NL:RVS:2013:BZ1226

Raad van State

Datum uitspraak
6 februari 2013
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
201209567/2/R1
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek om voorlopige voorziening tegen bestemmingsplan Buitengebied 2012

In deze zaak gaat het om een verzoek om een voorlopige voorziening met betrekking tot het bestemmingsplan "Buitengebied 2012", vastgesteld door de raad van de gemeente Beemster op 10 juli 2012. De verzoeksters, de stichtingen Nekkerzoom en Behoud Waterland, hebben tegen dit besluit beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening. De voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft het verzoek behandeld op 29 januari 2013.

De raad van de gemeente Beemster betoogt dat Behoud Waterland niet als belanghebbende kan worden aangemerkt, omdat de statutaire doelstelling onvoldoende onderscheidend zou zijn. De voorzitter oordeelt voorlopig dat Nekkerzoom wel als belanghebbende kan worden aangemerkt, waardoor het beroep ontvankelijk is. De verzoeksters richten zich tegen een specifiek plandeel van het bestemmingsplan dat de bestemming "Bedrijf" heeft voor het perceel aan de Nekkerweg 63. Ze stellen dat de verleende omgevingsvergunning voor een kantoorgebouw op dat perceel in strijd is met het bestemmingsplan.

De voorzitter overweegt dat de schorsing van het plandeel geen invloed heeft op de toetsing door de rechtbank van de omgevingsvergunning. Er is geen spoedeisend belang bij het verzoek om een voorlopige voorziening, en daarom wordt het verzoek afgewezen. De beslissing is genomen door de voorzitter, mr. Th.C. van Sloten, in aanwezigheid van mr. J. Schaaf, ambtenaar van staat, en is openbaar uitgesproken op 6 februari 2013.

Uitspraak

201209567/2/R1.
Datum uitspraak: 6 februari 2013
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak van de voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op een verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening (artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht) in het geding tussen onder meer:
de stichting Stichting Nekkerzoom, gevestigd te Beemster, en de stichting Stichting Behoud Waterland, gevestigd te Waterland,
verzoeksters,
en
de raad van de gemeente Beemster,
verweerder.
Procesverloop
Bij besluit van 10 juli 2012 heeft de raad het bestemmingsplan "Buitengebied 2012" vastgesteld.
Tegen dit besluit hebben onder meer Nekkerzoom en Behoud Waterland beroep ingesteld. Nekkerzoom en Behoud Waterland hebben de voorzitter verzocht een voorlopige voorziening te treffen.
De voorzitter heeft het verzoek ter zitting behandeld op 29 januari 2013, waar Nekkerzoom en Behoud Waterland, vertegenwoordigd door [voorzitter] van Nekkerzoom, bijgestaan door mr. J.E. Dijk, advocaat te Haarlem, en de raad, vertegenwoordigd door mr. T.J.W. Bult, werkzaam bij de gemeente, zijn verschenen.
Overwegingen
1.    Het oordeel van de voorzitter heeft een voorlopig karakter en is niet bindend in de bodemprocedure.
2.    De raad betoogt dat Behoud Waterland niet als belanghebbende bij het plan kan worden aangemerkt. De raad voert hiertoe aan dat de statutaire doelstelling onvoldoende onderscheidend is om aan te nemen dat het belang van Behoud Waterland bij het plan is betrokken.
2.1.    Vast staat dat in ieder geval Nekkerzoom als belanghebbende in de zin van artikel 1:2 van de Awb bij het plan kan aangemerkt, zodat naar het voorlopig oordeel van de voorzitter in zoverre sprake zal zijn van een ontvankelijk beroep. Gelet hierop bestaat aanleiding om in deze procedure inhoudelijk op het verzoek in te gaan.
3.    Nekkerzoom en Behoud Waterland richten zich tegen het plandeel met onder meer de bestemming "Bedrijf" voor het perceel aan de Nekkerweg 63. Nekkerzoom en Behoud Waterland betogen dat het college van burgemeester en wethouders met toepassing van artikel 2.12, eerste lid, aanhef en onderdeel a, onder 3º, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht een omgevingsvergunning heeft verleend ten behoeve van een kantoorgebouw op het perceel met een omvang die in strijd is met het plan. Nekkerzoom en Behoud Waterland beogen met het verzoek om schorsing van het plandeel te bewerkstelligen dat in de beroepsprocedure tegen de verleende omgevingsvergunning niet aan dit plandeel kan worden getoetst.
3.1.    Vast staat dat het college van burgemeester en wethouders bij besluit van 25 oktober 2012 een omgevingsvergunning heeft verleend voor het gebruik van gronden in strijd met het plan ten behoeve van een kantoorgebouw op het perceel aan de Nekkerweg 63. De strijdigheid met het plan houdt in dat op het perceel het bebouwingspercentage met 4,5% en de goothoogte met 3,7 m wordt overschreden. Voorts staat vast dat Nekkerzoom en Behoud Waterland bij brief van 7 december 2012 beroep bij de rechtbank hebben ingesteld tegen de verleende omgevingsvergunning.
3.2.    De rechtbank dient het besluit van 25 oktober 2012 te toetsen naar het recht zoals dat gold ten tijde van het nemen van dit besluit. Indien het plandeel voor het perceel aan de Nekkerweg 63 thans wordt geschorst, betekent dat niet dat voor de rechtbank als gevolg hiervan een ander toetsingskader geldt. Anders dan Nekkerzoom en Behoud Waterland betogen, heeft een schorsing van het plandeel geen invloed op de toetsing door de rechtbank van de bij het besluit van 25 oktober 2012 verleende omgevingsvergunning. Gelet hierop bestaat geen spoedeisend belang bij het verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening. Er bestaat derhalve aanleiding dit verzoek af te wijzen.
4.    Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
Beslissing
De voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
wijst het verzoek af.
Aldus vastgesteld door mr. Th.C. van Sloten, als voorzitter, in tegenwoordigheid van mr. J. Schaaf, ambtenaar van staat.
w.g. Van Sloten    w.g. Schaaf
voorzitter    ambtenaar van staat
Uitgesproken in het openbaar op 6 februari 2013
523.