ECLI:NL:RVS:2014:2580

Raad van State

Datum uitspraak
4 juli 2014
Publicatiedatum
9 juli 2014
Zaaknummer
201404998/2/A1
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Rechters
  • D.A.C. Slump
  • L.C.M. Wijgerde
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Voorlopige voorziening inzake omgevingsvergunning voor seksinrichting te Eerbeek

Op 4 juli 2014 heeft de voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan op een verzoek om voorlopige voorziening in het hoger beroep van het college van burgemeester en wethouders van Brummen. Dit verzoek volgde op een eerdere uitspraak van de rechtbank Gelderland van 27 mei 2014, waarin het beroep van [wederpartij] tegen de weigering van het college om een omgevingsvergunning te verlenen voor het oprichten van een seksinrichting op het perceel [locatie] te Eerbeek gegrond werd verklaard. De rechtbank had bepaald dat het college binnen vier weken na de uitspraak een nieuw besluit op bezwaar moest nemen.

Het college heeft tegen deze uitspraak hoger beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening. Tijdens de zitting op 3 juli 2014 waren zowel het college als [wederpartij] afwezig, maar [wederpartij] had in een verweerschrift aangegeven dat hij ermee instemde dat het college de uitspraak van de Afdeling in de bodemzaak afwacht voordat er een nieuw besluit op bezwaar wordt genomen.

De voorzitter heeft overwogen dat er geen belangen zijn die zich verzetten tegen de inwilliging van het verzoek om voorlopige voorziening. Daarom is het verzoek toegewezen, en is bepaald dat het college van burgemeester en wethouders van Brummen geen nieuw besluit op bezwaar hoeft te nemen totdat de Afdeling op het hoger beroep heeft beslist. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar uitgesproken op 4 juli 2014.

Uitspraak

201404998/2/A1.
Datum uitspraak: 4 juli 2014
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak van de voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op een verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening (artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht) hangende het hoger beroep van:
het college van burgemeester en wethouders van Brummen,
verzoeker,
tegen de uitspraak van de rechtbank Gelderland van 27 mei 2014 in zaak nr. 14/523 in het geding tussen:
[wederpartij], wonend te Eerbeek, gemeente Brummen,
en
het college.
Procesverloop
Bij besluit van 13 juni 2013 heeft het college geweigerd aan [wederpartij] omgevingsvergunning te verlenen voor het oprichten van een seksinrichting op het perceel [locatie] te Eerbeek.
Bij besluit van 10 december 2013 heeft het college het door [wederpartij] daartegen gemaakte bezwaar ongegrond verklaard en dat besluit onder aanvulling van de motivering gehandhaafd.
Bij uitspraak van 27 mei 2014 heeft de rechtbank het door [wederpartij] daartegen ingestelde beroep gegrond verklaard, dat besluit vernietigd en bepaald dat het college binnen vier weken na verzending van deze uitspraak een nieuw besluit op bezwaar neemt met inachtneming van hetgeen in deze uitspraak is overwogen.
Tegen deze uitspraak heeft het college hoger beroep ingesteld. Het college heeft de voorzitter verzocht een voorlopige voorziening te treffen.
[wederpartij] heeft een verweerschrift ingediend.
De voorzitter heeft het verzoek aan de orde gesteld ter zitting van 3 juli 2014. Het college en [wederpartij] zijn met kennisgeving afwezig.
Overwegingen
1. Het verzoek van het college strekt ertoe dat bij wijze van voorlopige voorziening wordt bepaald dat het in afwachting van de uitspraak op het door hem ingestelde hoger beroep geen gevolg hoeft te geven aan de uitspraak van de rechtbank, voor zover daarin is bepaald dat het college een nieuw besluit op bezwaar dient te nemen.
2. [wederpartij] heeft in het verweerschrift van 1 juli 2014 kenbaar gemaakt ermee in te kunnen stemmen dat het college de uitspraak van de Afdeling in de bodemzaak afwacht alvorens een nieuw besluit op zijn bezwaar te nemen. Nu niet is gebleken van belangen die zich verzetten tegen inwilliging van het verzoek om voorlopige voorziening wordt het verzoek toegewezen.
3. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
Beslissing
De voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
bepaalt bij wijze van voorlopige voorziening dat het college van burgemeester en wethouders van Brummen geen nieuw besluit op bezwaar hoeft te nemen voordat de Afdeling op het hoger beroep heeft beslist.
Aldus vastgesteld door mr. D.A.C. Slump, als voorzitter, in tegenwoordigheid van mr. L.C.M. Wijgerde, ambtenaar van staat.
w.g. Slump w.g. Wijgerde
voorzitter ambtenaar van staat
Uitgesproken in het openbaar op 4 juli 2014
672.