ECLI:NL:RVS:2014:4600

Raad van State

Datum uitspraak
17 december 2014
Publicatiedatum
17 december 2014
Zaaknummer
201403841/1/R4
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • F.C.M.A. Michiels
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van beroep tegen bestemmingsplan Buitengebied Leerdam

Op 13 februari 2014 heeft de raad van de gemeente Leerdam het bestemmingsplan "Buitengebied Leerdam, 1e en 2e herziening" vastgesteld. Tegen dit besluit heeft een appellant, wonend te Kedichem, beroep ingesteld. De raad heeft hierop een verweerschrift ingediend. De zaak is door een meervoudige kamer van de Afdeling verwezen naar een enkelvoudige kamer. Tijdens de zitting op 24 november 2014 waren zowel de appellant, bijgestaan door J.F. Klein, als de raad, vertegenwoordigd door H.K.I. Schefferlie, aanwezig.

De raad stelde dat het beroep van de appellant niet-ontvankelijk was, omdat de appellant het perceel te Kedichem inmiddels had verkocht aan een derde. Hierdoor zou hij geen belang meer hebben bij een inhoudelijke beoordeling van het beroep. De nieuwe eigenaar had bovendien aangegeven het beroep niet te willen voortzetten. De appellant bevestigde de verkoop, maar stelde dat hij nog steeds een principieel belang had bij de beoordeling van het beroep.

De bestuursrechter oordeelde echter dat hij alleen gehouden is tot inhoudelijke beoordeling van een beroep als de indiener een actueel en reëel belang heeft. Aangezien niet is gebleken dat de appellant nog een rechtens te beschermen belang had, werd het beroep niet-ontvankelijk verklaard. Er was geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd gedaan door mr. F.C.M.A. Michiels, lid van de enkelvoudige kamer, in tegenwoordigheid van mr. A. Wijker-Dekker, griffier, en werd openbaar uitgesproken op 17 december 2014.

Uitspraak

201403841/1/R4.
Datum uitspraak: 17 december 2014
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak in het geding tussen:
[appellant], wonend te Kedichem, gemeente Leerdam,
en
de raad van de gemeente Leerdam,
verweerder.
Procesverloop
Bij besluit van 13 februari 2014 heeft de raad het bestemmingsplan "Buitengebied Leerdam, 1e en 2e herziening" vastgesteld.
Tegen dit besluit heeft [appellant] beroep ingesteld.
De raad heeft een verweerschrift ingediend.
De zaak is door een meervoudige kamer van de Afdeling verwezen naar een enkelvoudige.
De raad heeft een nader stuk ingediend.
Desgevraagd heeft [appellant] zich nader uitgelaten.
De Afdeling heeft de zaak ter zitting behandeld op 24 november 2014, waar [appellant], bijgestaan door J.F. Klein, en de raad, vertegenwoordigd door H.K.I. Schefferlie, werkzaam bij de gemeente, zijn verschenen.
Overwegingen
1. De raad stelt dat het beroep van [appellant] niet-ontvankelijk is. Daartoe voert hij aan dat [appellant] het perceel [locatie] te Kedichem, gemeente Leerdam, inmiddels heeft verkocht aan een derde, zodat hij niet langer belang heeft bij een inhoudelijke beoordeling van het door hem ingestelde beroep. Voorts heeft de nieuwe eigenaar aangegeven het beroep niet te willen voortzetten.
1.1. [appellant] bevestigt dat hij zijn perceel inmiddels heeft verkocht, maar stelt desgevraagd dat het belang dat hij nog immer heeft bij een inhoudelijke beoordeling van het beroep principieel van aard is.
1.2. De bestuursrechter is evenwel slechts gehouden tot inhoudelijke beoordeling van een bij hem ingediend beroep tegen een besluit van een bestuursorgaan indien de indiener daarbij een actueel en reëel belang heeft. Indien dat belang is vervallen, is de bestuursrechter niet geroepen uitspraak te doen uitsluitend vanwege de principiële betekenis daarvan.
2. Nu niet is gebleken dat [appellant] nog een rechtens te beschermen belang heeft bij een inhoudelijke beoordeling van het beroep, dient dit niet-ontvankelijk te worden verklaard.
3. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
Beslissing
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
verklaart het beroep niet-ontvankelijk.
Aldus vastgesteld door mr. F.C.M.A. Michiels, lid van de enkelvoudige kamer, in tegenwoordigheid van mr. A. Wijker-Dekker, griffier.
w.g. Michiels w.g. Wijker-Dekker
lid van de enkelvoudige kamer griffier
Uitgesproken in het openbaar op 17 december 2014
562.