ECLI:NL:RVS:2014:88

Raad van State

Datum uitspraak
22 januari 2014
Publicatiedatum
22 januari 2014
Zaaknummer
201206231/3/A4
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
  • J.H. van Kreveld
  • Y.E.M.A. Timmerman-Buck
  • R.J.J.M. Pans
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vergunning voor asbestsaneringsbedrijf in Lage Mierde en beroep tegen besluit

Op 22 januari 2014 heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in een zaak betreffende een vergunning die op 9 mei 2012 door het college van burgemeester en wethouders van Reusel-De Mierden was verleend aan een vergunninghouder voor het oprichten en in werking hebben van een inrichting voor opslag van goederen en materialen ten behoeve van een asbestsaneringsbedrijf in Lage Mierde. Tegen dit besluit hebben drie appellanten, wonend in Lage Mierde, beroep ingesteld. De Afdeling heeft de zaak op 30 mei 2013 ter zitting behandeld, waarbij de appellanten en het college vertegenwoordigd waren. De vergunninghouder was ook aanwezig, vertegenwoordigd door een advocaat.

In een tussenuitspraak van 17 juli 2013 heeft de Afdeling het college opgedragen om binnen vier maanden het gebrek in het besluit van 9 mei 2012 te herstellen. Op 15 november 2013 heeft het college het besluit van 9 mei 2012 ingetrokken op verzoek van de vergunninghouder. De appellanten zijn in de gelegenheid gesteld om hun zienswijzen over dit nieuwe besluit naar voren te brengen, maar hebben hiervan geen gebruik gemaakt. De Afdeling heeft vervolgens besloten dat een nadere zitting niet nodig was en het onderzoek gesloten.

De Afdeling heeft in haar overwegingen vastgesteld dat het beroep van appellant sub 2, voor zover ingesteld namens de buurtvereniging 't Draaipotje', niet-ontvankelijk is. De beroepen van appellant sub 1 en anderen en appellant sub 3 zijn ongegrond verklaard. Het besluit van 9 mei 2012 is vernietigd voor zover het de bevoegdheid betreft die in strijd is met de Algemene wet bestuursrecht. De Afdeling heeft ook geoordeeld dat er geen proceskosten zijn die voor vergoeding in aanmerking komen voor de appellanten, behalve voor appellant sub 2, die recht heeft op terugbetaling van het griffierecht.

Uitspraak

201206231/3/A4.
Datum uitspraak: 22 januari 2014
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak in het geding tussen:
1. [appellant sub 1] en anderen, wonend te Lage Mierde, gemeente
Reusel-De Mierden,
2. [appellant sub 2] mede namens de buurtvereniging 't Draaipotje, wonend respectievelijk gevestigd te Lage Mierde, gemeente
Reusel-De Mierden,
3. [appellant sub 3], wonend te Lage Mierde, gemeente Reusel-De Mierden,
appellanten,
en
het college van burgemeester en wethouders van Reusel-De Mierden,
verweerder.
Procesverloop
Bij besluit van 9 mei 2012 heeft het college aan [vergunninghouder] een vergunning als bedoeld in artikel 8.1 van de Wet milieubeheer verleend voor het oprichten en in werking hebben van een inrichting voor opslag van goederen en materialen ten behoeve van een asbestsaneringsbedrijf aan de [locatie] te Lage Mierde.
Tegen dit besluit hebben [appellant sub 1] en anderen, [appellant sub 2] en [appellant sub 3] beroep ingesteld.
Het college heeft verweerschriften ingediend.
De Afdeling heeft de zaak ter zitting behandeld op 30 mei 2013, waar [appellant sub 1] en [appellant sub 2] en het college, vertegenwoordigd door mr. P. Bakermans, zijn verschenen. Voorts is ter zitting [vergunninghouder], vertegenwoordigd door mr. M.G.H. van der Westen, advocaat te Eindhoven, gehoord.
Bij tussenuitspraak van 17 juli 2013 in zaak nr. 201206231/1/A4 heeft de Afdeling het college opgedragen om binnen vier maanden na de verzending van de tussenuitspraak het daarin omschreven gebrek in het besluit van 9 mei 2012 te herstellen.
Bij besluit van 15 november 2013 heeft het college op verzoek van [vergunninghouder] het besluit van 9 mei 2012 ingetrokken.
[appellant sub 2] en [vergunninghouder] zijn in de gelegenheid gesteld hun zienswijzen over het besluit van 15 november 2013 naar voren te brengen. Daarvan hebben zij geen gebruik gemaakt.
De Afdeling heeft bepaald dat een nadere zitting achterwege blijft.
Vervolgens heeft de Afdeling het onderzoek gesloten.
Overwegingen
1. Gelet op artikel 6:19 van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb) heeft het beroep niet mede betrekking op het besluit van 15 november 2013, waarbij het besluit van 9 mei 2012 is ingetrokken, nu partijen daarbij onvoldoende belang hebben.
2. Uit de tussenuitspraak volgt dat het beroep van [appellant sub 2], voor zover dat is ingesteld namens de buurtvereniging 't Draaipotje, niet-ontvankelijk is en de beroepen van [appellant sub 1] en anderen en [appellant sub 3] ongegrond zijn.
3. In de tussenuitspraak is naar aanleiding van een beroepsgrond van [appellant sub 2] geconcludeerd dat het besluit van 9 mei 2012, voor zover het de uitoefening van de in artikel 8.10, vierde lid, van de Wet milieubeheer (oud) neergelegde bevoegdheid betreft, in strijd is met artikel 3:46 van de Awb.
Gelet hierop is het beroep van [appellant sub 2], voor zover ontvankelijk, gegrond en dient het besluit van 9 mei 2012 te worden vernietigd.
4. Ten aanzien van [appellant sub 2] is niet gebleken van proceskosten die voor vergoeding in aanmerking komen. Ten aanzien van [appellant sub 1] en anderen en [appellant sub 3] bestaat geen aanleiding tot vergoeding van de proceskosten.
Beslissing
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
I. verklaart het beroep van [appellant sub 2] niet-ontvankelijk voor zover het is ingesteld namens de buurtvereniging 't Draaipotje;
II. verklaart het beroep van [appellant sub 2] voor het overige gegrond;
III. vernietigt het besluit van het college van burgemeester en wethouders van Reusel-De Mierden van 9 mei 2012, kenmerk 2008/Wm/21;
IV. verklaart de beroepen van [appellant sub 1] en anderen en [appellant sub 3] ongegrond;
V. gelast dat het college van burgemeester en wethouders van Reusel-De Mierden aan [appellant sub 2] het door hem voor de behandeling van het beroep betaalde griffierecht ten bedrage van € 156,00 (zegge: honderdzesenvijftig euro) vergoedt.
Aldus vastgesteld door mr. J.H. van Kreveld, voorzitter, en mr. Y.E.M.A. Timmerman-Buck en mr. R.J.J.M. Pans, leden, in tegenwoordigheid van mr. F.B. van der Maesen de Sombreff, ambtenaar van staat.
w.g. Van Kreveld w.g. Van der Maesen de Sombreff
Voorzitter ambtenaar van staat
Uitgesproken in het openbaar op 22 januari 2014
190.