201504653/2/R1.
Datum uitspraak: 6 juli 2016
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak in het geding tussen:
[appellant] en anderen, allen wonend te Castricum,
en
de raad van de gemeente Castricum,
verweerder.
Procesverloop
Bij besluit van 2 april 2015 heeft de raad het bestemmingsplan "Partiële herziening bestemmingsplan Buitengebied Castricum, 3e herziening gedeelte perceel [locatie]" vastgesteld.
Tegen dit besluit hebben [appellant] en anderen beroep ingesteld.
De raad heeft een verweerschrift ingediend.
Bij brief van 27 oktober 2015 heeft de raad een nader stuk ingediend.
De zaak is door een meervoudige kamer van de Afdeling verwezen naar een enkelvoudige.
De Afdeling heeft de zaak ter zitting behandeld op 18 november 2015, waar de raad, vertegenwoordigd door H. Goverde en A. Slokker, beiden werkzaam bij de gemeente, is verschenen. Voorts is ter zitting [partij], eigenaar van het perceel [locatie] te Castricum, als partij gehoord.
Bij tussenuitspraak van 30 december 2015, ECLI:NL:RVS:2015:4030, heeft de Afdeling de raad opgedragen om binnen 16 weken na de verzending van de tussenuitspraak het daarin geconstateerde gebrek in het besluit van 2 april 2015 te herstellen. Deze tussenuitspraak is aangehecht. Bij besluit van 31 maart 2016 heeft de raad het bestemmingsplan "Partiële herziening bestemmingsplan Buitengebied Castricum, 3e herziening gedeelte perceel [locatie]" opnieuw vastgesteld.
[appellant] en anderen zijn in de gelegenheid gesteld een zienswijze over de wijze waarop het gebrek is hersteld naar voren te brengen. Hiervan is geen gebruik gemaakt.
De Afdeling heeft bepaald dat een nadere zitting achterwege blijft. Vervolgens heeft de Afdeling het onderzoek gesloten.
Overwegingen
1. De Afdeling heeft in de tussenuitspraak van 30 december 2015 overwogen dat de raad in het plan had beoogd om versterkte muziek op het terras te verbieden, maar dat een dergelijk verbod in de planregels ontbrak. Verder heeft de Afdeling overwogen dat de raad eveneens had beoogd om openingstijden in de planregels op te nemen, maar dat ook deze in de planregels ontbraken. Het besluit van 2 april 2015 is daarom genomen in strijd met artikel 3:2 van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb). Het beroep van [appellant] en anderen is gegrond, zodat het bestreden besluit in zoverre dient te worden vernietigd.
2. In de tussenuitspraak heeft de Afdeling de raad opgedragen om binnen 16 weken na verzending van de tussenuitspraak een planregeling vast te stellen die overeenstemt met de bedoeling van de raad.
3. Ter uitvoering van de tussenuitspraak heeft de raad bij besluit van 31 maart 2016 het bestemmingsplan "Partiële herziening bestemmingsplan Buitengebied Castricum, 3e herziening gedeelte perceel [locatie]" opnieuw vastgesteld. Daarbij is in artikel 2 van de planregels bepaald hoe artikel 13 van de planregels bij het bestemmingsplan "Buitengebied Castricum" komt te luiden. Ingevolge artikel 13, lid 13.3, onder e, van de planregels bij het bestemmingsplan "Buitengebied Castricum" is het ten gehore brengen van versterkte muziek niet toegestaan buiten de bebouwing. Artikel 13, lid 13.3, onder c, van de planregels bij het bestemmingsplan "Buitengebied Castricum" bevat openingstijden.
4. Het besluit van 31 maart 2016 is ingevolge artikel 6:19 van de Awb mede onderwerp van het geding. Het beroep van [appellant] en anderen wordt geacht mede te zijn gericht tegen dit besluit.
5. [appellant] en anderen hebben naar aanleiding van het besluit van 31 maart 2016 geen zienswijze ingediend. De Afdeling leidt hieruit af dat zij geen bezwaren hebben tegen het besluit van 31 maart 2016. Het van rechtswege ontstane beroep is ongegrond.
6. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
Beslissing
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
I. verklaart het beroep van [appellant] en anderen tegen het besluit van de raad van de gemeente Castricum tot vaststelling van het bestemmingsplan "Partiële herziening bestemmingsplan Buitengebied Castricum, 3e herziening gedeelte perceel [locatie]" van 2 april 2015, gegrond;
II. vernietigt het besluit van de raad, voor zover hierin een planregeling omtrent het ten gehore brengen van versterkte muziek op het terras en de openingstijden ontbreken;
III. verklaart het beroep van [appellant] en anderen tegen het besluit van 31 maart 2016 ongegrond;
IV: gelast dat de raad van de gemeente Castricum aan [appellant] en anderen het door hen voor de behandeling van het beroep betaalde griffierecht ten bedrage van € 167,00 (zegge: honderdzevenenzestig euro) vergoedt, met dien verstande dat betaling aan een van hen bevrijdend werkt ten opzichte van de anderen.
Aldus vastgesteld door mr. P.J.J. van Buuren, lid van de enkelvoudige kamer, in tegenwoordigheid van mr. J. Schaaf, griffier.
w.g. Van Buuren w.g. Schaaf
lid van de enkelvoudige kamer griffier
Uitgesproken in het openbaar op 6 juli 2016
523-831.