ECLI:NL:RVS:2017:2542
Raad van State
- Hoger beroep
- J. Hoekstra
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen last onder dwangsom voor overtredingen van het Bouwbesluit 2012
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van [appellant] tegen een besluit van het college van burgemeester en wethouders van Tilburg, waarbij hem een last onder dwangsom is opgelegd wegens overtredingen van artikel 7.22 van het Bouwbesluit 2012. Het college heeft op 15 januari 2016 gelast dat [appellant] de overtredingen op het adres [locatie 1] te Tilburg dient te beëindigen. Dit betreft het ontdoen van het achtererf van overmatige begroeiing, vervuiling en materialen, alsook het deugdelijk vastzetten van een glasplaat in een kozijn aan de voorzijde van de woning. Het college heeft later het bezwaar van [appellant] ongegrond verklaard en de last onder dwangsom omgezet in een last onder bestuursdwang, waarbij de kosten voor rekening van [appellant] komen.
De rechtbank Zeeland-West-Brabant heeft op 11 augustus 2016 het beroep van [appellant] gegrond verklaard voor wat betreft de glasplaat, maar het besluit van 12 juli 2016 voor het overige in stand gelaten. [appellant] heeft hoger beroep ingesteld tegen deze uitspraak. De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft de zaak op 4 juli 2017 behandeld. De Afdeling oordeelt dat er sprake is van een overtreding van artikel 7.22 van het Bouwbesluit en dat het college [appellant] terecht als overtreder heeft aangemerkt. De Afdeling bevestigt de uitspraak van de rechtbank en verklaart het beroep van [appellant] tegen het kostenbesluit ongegrond. De kosten van bestuursdwang kunnen op [appellant] worden verhaald, aangezien hij de gebruiker van de woning is en de klampmuur als onderdeel van de woning kan worden aangemerkt.
De uitspraak is gedaan op 20 september 2017.