ECLI:NL:RVS:2018:1048
Raad van State
- Eerste aanleg - meervoudig
- F.C.M.A. Michiels
- J. Kramer
- F.D. van Heijningen
- Rechtspraak.nl
Verzoek om proceskostenveroordeling na intrekking hoger beroep in bestuursrechtelijke zaak
In deze zaak heeft [verzoeker] hoger beroep ingesteld tegen een uitspraak van de rechtbank Overijssel van 8 maart 2017, betreffende zaak nr. 15/741. Tijdens de zitting op 31 januari 2018 heeft [verzoeker] zijn hoger beroep ingetrokken, nadat het college van gedeputeerde staten van Overijssel op 10 juli 2017 een nieuw voorschrift had verbonden aan de omgevingsvergunning die eerder was verleend aan HKS Scrap Metal B.V. Dit besluit kwam voort uit een hogerberoepsgrond van [verzoeker], waardoor het college gedeeltelijk aan zijn verzoek tegemoetkwam. Na de intrekking van het hoger beroep heeft [verzoeker] verzocht om een proceskostenveroordeling tegen het college, op basis van artikel 8:75a van de Algemene wet bestuursrecht (Awb).
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft geoordeeld dat het verzoek om proceskostenveroordeling toewijsbaar is. De toegekende vergoeding betreft de kosten van rechtsbijstand die [verzoeker] heeft gemaakt in verband met het indienen van het hogerberoepschrift. Daarnaast is het college ook veroordeeld tot vergoeding van het door [verzoeker] betaalde griffierecht.
De beslissing houdt in dat het college van gedeputeerde staten van Overijssel € 501,00 aan proceskosten en € 250,00 aan griffierecht aan [verzoeker] moet vergoeden. De uitspraak is gedaan door de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, met mr. F.C.M.A. Michiels als voorzitter en mr. J. Kramer en mr. F.D. van Heijningen als leden, in aanwezigheid van griffier mr. M.P.J.M. van Grinsven. De uitspraak vond plaats op 28 maart 2018.