ECLI:NL:RVS:2019:1172
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- J.Th. Drop
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening in asielzaak van vreemdelingen tegen staatssecretaris van Justitie en Veiligheid
Op 12 april 2019 heeft de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan op een verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening in een asielzaak. De zaak betreft vreemdelingen die aanvragen voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd hadden ingediend, welke door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid op 23 januari 2018 niet-ontvankelijk waren verklaard. De vreemdelingen, die ook voor hun minderjarige kinderen opkwamen, hebben tegen deze beslissing hoger beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening om te voorkomen dat zij zouden worden uitgezet voordat er op het hoger beroep was beslist.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek van de vreemdelingen in het licht van eerdere uitspraken, waaronder een uitspraak van 20 februari 2019, toegewezen. De rechter heeft bepaald dat de vreemdelingen niet mogen worden uitgezet totdat er een beslissing is genomen op het hoger beroep. Daarnaast is de staatssecretaris veroordeeld tot vergoeding van de proceskosten die de vreemdelingen hebben gemaakt in verband met de behandeling van hun verzoek, tot een bedrag van € 512,00, dat geheel is toe te rekenen aan beroepsmatige rechtsbijstand.
Deze uitspraak benadrukt het belang van rechtsbescherming voor vreemdelingen in asielprocedures en de rol van de voorzieningenrechter in het waarborgen van deze bescherming tijdens het hoger beroep.