ECLI:NL:RVS:2019:1244
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- J.Th. Drop
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening in asielzaak tegen staatssecretaris van Justitie en Veiligheid
Op 14 juli 2018 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van een vreemdeling voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd afgewezen. De vreemdeling heeft hiertegen beroep ingesteld bij de rechtbank Den Haag, die op 22 maart 2019 het beroep ongegrond verklaarde. De vreemdeling heeft vervolgens hoger beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening, zodat hij niet zou worden uitgezet totdat er op het hoger beroep was beslist. De voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft op 17 april 2019 uitspraak gedaan in deze zaak. De voorzieningenrechter heeft geoordeeld dat het verzoek van de vreemdeling voor toewijzing in aanmerking komt, mede in het licht van een eerdere uitspraak van de voorzieningenrechter van 20 februari 2019. De voorzieningenrechter heeft bepaald dat de vreemdeling niet mag worden uitgezet totdat er op het hoger beroep is beslist en heeft de staatssecretaris veroordeeld tot vergoeding van de proceskosten van de vreemdeling, die in totaal € 512,00 bedragen, voor rechtsbijstand verleend door een derde. Deze uitspraak is openbaar uitgesproken op 17 april 2019.