Uitspraak
Datum uitspraak: 20 juni 2019
BESTUURSRECHTSPRAAK
voorzieningenrechter griffier
Raad van State
Op 20 juni 2019 heeft de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in een zaak betreffende een verzoek om een voorlopige voorziening tegen het bestemmingsplan "Zeddamseweg 17, Etten". Dit bestemmingsplan, vastgesteld door de raad van de gemeente Oude IJsselstreek op 21 februari 2019, voorziet in de realisatie van een crematorium met bijbehorende functies, waaronder asverstrooiingsvelden. Verzoekers, bewoners in de omgeving, hebben bezwaar gemaakt tegen dit plan en vroegen om een voorlopige voorziening om onomkeerbare gevolgen te voorkomen. Ze betogen dat het plan in strijd is met artikel 3.1.6 van het Besluit ruimtelijke ordening, omdat de raad onvoldoende onderzoek heeft gedaan naar alternatieve locaties binnen bestaand stedelijk gebied.
De voorzieningenrechter oordeelde dat er twijfel bestaat of het bestemmingsplan in de bodemprocedure stand zal houden. De raad heeft niet voldoende gemotiveerd waarom de ontwikkeling niet binnen bestaand stedelijk gebied kan plaatsvinden. Bovendien is er onvoldoende gewaarborgd dat de asverstrooiingsvelden op de beoogde locatie zullen worden gerealiseerd, wat mogelijk negatieve gevolgen heeft voor het woon- en leefklimaat van de omwonenden. Gezien deze overwegingen heeft de voorzieningenrechter besloten om het besluit van de raad te schorsen en de raad te veroordelen tot vergoeding van de proceskosten en het griffierecht aan de verzoekers.
De uitspraak benadrukt het belang van een zorgvuldige motivering bij bestemmingsplannen, vooral als het gaat om nieuwe stedelijke ontwikkelingen buiten bestaand stedelijk gebied. De voorzieningenrechter heeft de raad opgedragen om de proceskosten van de verzoekers te vergoeden, wat een belangrijke uitspraak is voor de betrokkenen in deze zaak.