ECLI:NL:RVS:2019:3074
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- H. Troostwijk
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening in asielzaak met betrekking tot uitzetting van vreemdeling
Op 6 september 2019 heeft de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in een zaak waarin een vreemdeling verzocht om een voorlopige voorziening. De vreemdeling had eerder een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd, welke op 30 juni 2019 door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid was afgewezen. De rechtbank had op 29 juli 2019 het beroep van de vreemdeling ongegrond verklaard, maar na verzet had de rechtbank op 30 augustus 2019 het verzet gegrond verklaard en het eerdere beroep opnieuw ongegrond verklaard. Hierop heeft de vreemdeling hoger beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening om te voorkomen dat hij zou worden uitgezet voordat er op het hoger beroep was beslist.
De voorzieningenrechter heeft de aanvraag voor de voorlopige voorziening beoordeeld en besloten dat de vreemdeling niet mag worden uitgezet totdat er een beslissing is genomen op het hoger beroep. Tevens is de staatssecretaris veroordeeld tot het vergoeden van de proceskosten van de vreemdeling, die zijn opgelopen tot € 512,00, geheel toe te rekenen aan beroepsmatige rechtsbijstand. Deze uitspraak is gedaan in het openbaar op 6 september 2019.