201903469/2/A3 en 201903631/2/A3.
Datum beslissing: 16 september 2019
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Beslissing op grond van artikel 8:29, derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht in de hoger beroepen van:
I. [appellant sub 1], wonend te [woonplaats],
II. [appellant sub 2], wonend te [woonplaats],
appellanten,
tegen de uitspraak van de voorzieningenrechter van de rechtbank Amsterdam van 26 maart 2019 in zaken nrs. 19/941, 19/943, 19/948, 19/949, 19/1330 en 19/1488 in het geding tussen onder meer:
[appellant sub 1] en [appellant sub 2]
en
de korpschef van politie.
Procesverloop
[appellant sub 1] en [appellant sub 2] hebben hoger beroep ingesteld tegen de uitspraak van de voorzieningenrechter van de rechtbank Amsterdam van 26 maart 2019 in zaken nrs. 19/941, 19/943, 19/948, 19/949, 19/1330 en 19/1488.
De korpschef heeft een aantal gedingstukken overgelegd en met verwijzing naar artikel 8:29 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) medegedeeld dat uitsluitend de Afdeling kennis zal mogen nemen van deze stukken.
Het betreft een overzichtslijst van leden van motorclub Loudness MC en een uitdraai uit het Justitieel Documentatie Systeem betreffende deze personen.
Overwegingen
1. De korpschef heeft de Afdeling wegens het bestaan van gewichtige redenen verzocht te bepalen dat alleen de Afdeling van de hiervoor genoemde stukken kennis zal nemen.
2. Gelet op artikel 8:29, derde lid, van de Awb beslist de Afdeling of de weigering dan wel beperking van de kennisneming van een stuk gerechtvaardigd is. Deze beslissing vergt een afweging van belangen. Enerzijds speelt hierbij het belang dat partijen gelijkelijk beschikken over de voor het hoger beroep relevante informatie en het belang dat de bestuursrechter beschikt over alle informatie die nodig is om de zaak op een juiste en zorgvuldige wijze af te doen. Daartegenover staat dat de kennisneming door partijen van bepaalde gegevens het algemeen belang, het belang van één of meer partijen en/of het belang van derden onevenredig kan schaden.
3. De bij de Afdeling aanhangige zaak met nummer 201903450/1/A3 betreft eveneens een hoger beroep tegen de uitspraak van de voorzieningenrechter van de rechtbank Amsterdam van 26 maart 2019. In die zaak heeft de minister voor Rechtsbescherming de overzichtslijst van leden van de motorclub en de uitdraai uit het Justitieel Documentatie Systeem aan de Afdeling overgelegd met het verzoek te bepalen dat beperking van de kennisneming gerechtvaardigd is. De Afdeling heeft dit verzoek bij uitspraak van 23 mei 2019, ECLI:NL:RVS:2019:1621, ingewilligd. Hiertoe heeft zij overwogen dat kennisneming van de gegevens door de wederpartij de persoonlijke levenssfeer van de vermelde personen, die geen partij zijn in het geding, zal schaden en dat het belang van eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer van die personen zwaarder weegt dan het belang van de wederpartij bij kennisneming. De Afdeling ziet geen aanleiding hierover thans anders te oordelen. 4. De Afdeling acht daarom het verzoek tot beperkte kennisneming gerechtvaardigd.
Beslissing
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
wijst het verzoek toe.
Aldus vastgesteld door mr. J.J. van Eck, lid van de enkelvoudige geheimhoudingskamer, in tegenwoordigheid van mr. P. Klein, griffier.
w.g. Van Eck w.g. Klein
lid van de enkelvoudige geheimhoudingskamer griffier
Uitgesproken in het openbaar op 16 september 2019