ECLI:NL:RVS:2020:1700
Raad van State
- Hoger beroep
- H. Troostwijk
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen afwijzing aanvraag vreemdeling voor document rechtmatig verblijf
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid tegen een uitspraak van de rechtbank Den Haag, zittingsplaats Groningen, van 20 april 2020. De rechtbank had in die uitspraak de afwijzing van een aanvraag door een vreemdeling voor een document, dat rechtmatig verblijf als gemeenschapsonderdaan zou bevestigen, vernietigd. De aanvraag was op 10 december 2018 door de staatssecretaris afgewezen. De staatssecretaris had het bezwaar van de vreemdeling tegen deze afwijzing ongegrond verklaard op 15 augustus 2019. De rechtbank oordeelde dat de staatssecretaris een nieuw besluit op het bezwaar moest nemen, met inachtneming van haar uitspraak.
De staatssecretaris heeft hoger beroep ingesteld tegen deze uitspraak. De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft de rechtsvraag over het beleid dat de staatssecretaris had moeten toepassen in het licht van het arrest Chavez-Vilchez van het Hof van Justitie van 10 mei 2017 beantwoord. De Afdeling concludeert dat de staatssecretaris het juiste beleid heeft toegepast en dat de grief van de staatssecretaris slaagt.
De Afdeling verklaart het hoger beroep gegrond, vernietigt de uitspraak van de rechtbank en wijst de zaak terug naar de rechtbank voor verdere behandeling, waarbij de rechtbank het oordeel van de Afdeling in acht moet nemen. De staatssecretaris hoeft geen proceskosten te vergoeden.