ECLI:NL:RVS:2020:1705
Raad van State
- Hoger beroep
- H.G. Sevenster
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen afwijzing aanvraag vreemdeling voor document rechtmatig verblijf
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid tegen een uitspraak van de rechtbank Den Haag, zittingsplaats Amsterdam, van 26 februari 2020. De rechtbank had de aanvraag van een vreemdeling om afgifte van een document, dat rechtmatig verblijf als gemeenschapsonderdaan aantoont, gegrond verklaard en de staatssecretaris opgedragen een nieuw besluit te nemen. De staatssecretaris had eerder, op 17 december 2018, de aanvraag van de vreemdeling afgewezen. Na het indienen van bezwaar door de vreemdeling, verklaarde de staatssecretaris dit bezwaar ongegrond op 21 mei 2019. De rechtbank oordeelde dat de staatssecretaris niet correct had gehandeld en vernietigde zijn besluit. De staatssecretaris ging in hoger beroep, waarbij de vreemdeling ook incidenteel hoger beroep instelde, vertegenwoordigd door mr. B. van Dijk, advocaat te Groningen.
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft in haar uitspraak van 22 juli 2020 het hoger beroep van de staatssecretaris gegrond verklaard. De Afdeling oordeelde dat de staatssecretaris het juiste beleid had toegepast met betrekking tot het arrest Chavez-Vilchez van het Hof van Justitie. Het incidenteel hoger beroep van de vreemdeling werd ongegrond verklaard, omdat het geen vragen bevatte die in het belang van de rechtseenheid of rechtsontwikkeling beantwoord moesten worden. De uitspraak van de rechtbank werd vernietigd en de zaak werd terugverwezen naar de rechtbank voor verdere behandeling, waarbij de rechtbank het oordeel van de Afdeling in acht moet nemen.