ECLI:NL:RVS:2020:2503
Raad van State
- Herziening
- N. Verheij
- Rechtspraak.nl
Herziening van eerdere uitspraken in vreemdelingenzaken
Op 23 oktober 2020 heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan op het verzoek van een vreemdeling om herziening van eerdere uitspraken. De vreemdeling had op 18 september 2020 een verzoek ingediend bij de rechtbank Den Haag, zittingsplaats Dordrecht, om herziening van uitspraken van 27 juli 2020 en 24 augustus 2020. Deze uitspraken betroffen eerdere hoger beroepen die door de Afdeling waren behandeld. De rechtbank heeft het verzoek van de vreemdeling doorgezonden naar de Afdeling, die op basis van de Algemene wet bestuursrecht moest beslissen.
De Afdeling heeft overwogen dat herziening van een onherroepelijke uitspraak mogelijk is op basis van nieuwe feiten of omstandigheden. Echter, de vreemdeling heeft geen nieuwe feiten of omstandigheden aangevoerd die aanleiding zouden geven tot herziening. Daarom heeft de Afdeling het verzoek afgewezen. De staatssecretaris is niet verplicht om de proceskosten te vergoeden. De uitspraak is gedaan door mr. N. Verheij, lid van de enkelvoudige kamer, in aanwezigheid van mr. A.M. van Meurs-Heuvel, griffier. De uitspraak is openbaar uitgesproken op 23 oktober 2020.