ECLI:NL:RVS:2020:2511

Raad van State

Datum uitspraak
27 oktober 2020
Publicatiedatum
27 oktober 2020
Zaaknummer
202002915/2/A3
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beoordeling van het verzoek tot beperkte kennisneming van vertrouwelijke informatie in bestuursrechtelijke procedure

In deze zaak heeft [appellant] hoger beroep ingesteld tegen een uitspraak van de rechtbank Midden-Nederland van 2 april 2020, waarin een last onder dwangsom was opgelegd ter voorkoming van overtreding van artikel 2:74 van de Algemene Plaatselijke Verordening van de gemeente Woerden. De burgemeester van Woerden heeft in het hoger beroep een vertrouwelijke versie van een bestuurlijke rapportage overgelegd, waarin informatie is weggelakt die herleidbaar is naar een persoon. De burgemeester verzocht de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State om te bepalen dat alleen de Afdeling kennis zou mogen nemen van deze vertrouwelijke stukken, op grond van artikel 8:29 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb).

De Afdeling heeft de vertrouwelijke rapportage beoordeeld en vastgesteld dat de weggelakte passages informatie bevatten die direct herleidbaar is tot een derde persoon, wat valt onder de Wet politiegegevens. De Afdeling heeft een afweging gemaakt tussen het belang van gelijke toegang tot informatie voor partijen en het belang van geheimhouding van bepaalde gegevens.

Uiteindelijk heeft de Afdeling geoordeeld dat er gewichtige redenen aanwezig zijn om de kennisneming van de vertrouwelijke informatie te beperken. Het verzoek van de burgemeester tot beperkte kennisneming is dan ook toegewezen. De beslissing is genomen door mr. A.W.M. Bijloos, lid van de enkelvoudige geheimhoudingskamer, en is openbaar uitgesproken op 27 oktober 2020.

Uitspraak

202002915/2/A3.
Datum beslissing: 27 oktober 2020
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Beslissing op grond van artikel 8:29, derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht in het hoger beroep van:
[appellant], wonend te Woerden,
tegen de uitspraak van de rechtbank Midden-Nederland van 2 april 2020 in zaak nr. 19/3116 in het geding tussen:
[appellant]
en
de burgemeester van Woerden.
Procesverloop
[appellant] heeft hoger beroep ingesteld tegen de uitspraak van de rechtbank Midden-Nederland van 2 april 2020 in zaak nr. 19/3116. Het gaat in die zaak om een aan [appellant] opgelegde last onder dwangsom ter voorkoming van overtreding van artikel 2:74 van de Algemene Plaatselijke Verordening gemeente Woerden.
De burgemeester heeft de vertrouwelijke versie van een bestuurlijke rapportage van 19 december 2018 overgelegd en met verwijzing naar artikel 8:29 van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb) medegedeeld dat uitsluitend de Afdeling kennis zal mogen nemen van deze stukken.
Overwegingen
1.    De burgemeester heeft de Afdeling wegens het bestaan van gewichtige redenen verzocht te bepalen dat alleen de Afdeling van de vertrouwelijke versie van de bestuurlijke rapportage kennis zal nemen. In de aan [appellant] verstrekte versie van de bestuurlijke rapportage zijn twee passages weggelakt met informatie die herleidbaar is naar een persoon.
2.    Gelet op artikel 8:29, derde lid, van de Awb beslist de Afdeling of de beperking van de kennisneming van een stuk gerechtvaardigd is. Deze beslissing vergt een afweging van belangen. Enerzijds speelt hierbij het belang dat partijen gelijkelijk beschikken over de voor het (hoger) beroep relevante informatie. Daartegenover staat dat de kennisneming door partijen van bepaalde gegevens het algemeen belang, het belang van één of meer partijen en/of het belang van derden onevenredig kan schaden.
3.    De Afdeling heeft kennis genomen van de vertrouwelijke versie van de bestuurlijke rapportage. Zij stelt vast dat de twee passages informatie bevatten die direct herleidbaar is tot een derde persoon. Er is sprake van een politiegegeven in de zin van de Wet politiegegevens. De enkele omstandigheid dat daarvoor een bijzondere geheimhoudingsregeling geldt, betekent nog niet dat sprake is van gewichtige redenen. Er komt bij de beoordeling van het verzoek wel gewicht toe aan het uit de desbetreffende wettelijke bijzondere geheimhoudingsregeling blijkend belang bij geheimhouding. (Vergelijk de  uitspraak van de Afdeling van 10 juni 2020, ECLI:NL:RVS:2020:1367).
De Afdeling acht in dit geval ten aanzien van de twee passages, gelet op de aard en inhoud daarvan, gewichtige redenen aanwezig als bedoeld in artikel 8:29 van de Awb. Daarbij neemt de Afdeling in aanmerking dat de burgemeester de rapportage met uitzondering van de twee desbetreffende passages aan [appellant] heeft verstrekt.
4.    De Afdeling acht daarom het verzoek tot beperkte kennisneming gerechtvaardigd.
Beslissing
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
wijst het verzoek toe.
Aldus vastgesteld door mr. A.W.M. Bijloos, lid van de enkelvoudige geheimhoudingskamer, in tegenwoordigheid van mr. B. Ley-Nell, griffier.
Het lid van de enkelvoudige geheimhoudingskamer is verhinderd de uitspraak te ondertekenen.
De griffier is verhinderd de uitspraak te ondertekenen.
Uitgesproken in het openbaar op 27 oktober 2020