ECLI:NL:RVS:2021:1829
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- H.G. Sevenster
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening in asielzaak met betrekking tot verblijfsvergunning
Op 16 augustus 2021 heeft de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in een zaak betreffende een verzoek om voorlopige voorziening. De vreemdeling had op 18 juni 2021 een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd, welke door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid was afgewezen. De vreemdeling heeft hiertegen beroep ingesteld bij de rechtbank Den Haag, zittingsplaats Rotterdam, die op 9 augustus 2021 het beroep ongegrond verklaarde. Hierop heeft de vreemdeling hoger beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening, zodat hij niet zou worden uitgezet voordat er op het hoger beroep was beslist.
De voorzieningenrechter heeft de vreemdeling in zijn verzoek ontvangen en heeft besloten dat de vreemdeling niet mag worden uitgezet totdat er een beslissing is genomen op het hoger beroep. Daarnaast heeft de voorzieningenrechter bepaald dat de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid de proceskosten van de vreemdeling moet vergoeden, welke zijn vastgesteld op € 748,00, geheel toe te rekenen aan door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand. Deze beslissing is genomen met toepassing van artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht, en is gebaseerd op eerdere jurisprudentie van de Afdeling.
De uitspraak is openbaar uitgesproken op 16 augustus 2021, en de voorzieningenrechter was mr. H.G. Sevenster, bijgestaan door griffier mr. N. Tibold.