ECLI:NL:RVS:2021:1976
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening in asielzaak tegen staatssecretaris van Justitie en Veiligheid
Op 1 september 2021 heeft de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in een zaak waarin vreemdelingen een verzoek om een voorlopige voorziening hebben ingediend. Dit verzoek volgde op de afwijzing van hun aanvragen voor een verblijfsvergunning asiel door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid op 14 augustus en 1 oktober 2020. De rechtbank Den Haag had op 3 augustus 2021 de beroepen van de vreemdelingen tegen deze afwijzingen ongegrond verklaard, waarna de vreemdelingen hoger beroep instelden en verzochten om een voorlopige voorziening.
De vreemdelingen vroegen de voorzieningenrechter om te bepalen dat zij niet zouden worden uitgezet totdat er op hun hoger beroep was beslist, en om opvang en verstrekkingen te ontvangen. De voorzieningenrechter heeft, gelet op de aangevoerde argumenten, besloten om de voorlopige voorziening te treffen. Dit betekent dat de vreemdelingen niet mogen worden uitgezet totdat er een uitspraak is gedaan in het hoger beroep.
Daarnaast heeft de voorzieningenrechter de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid veroordeeld tot vergoeding van de proceskosten die de vreemdelingen hebben gemaakt in verband met hun verzoek. Het totale bedrag van de proceskosten is vastgesteld op € 748,00, dat geheel is toe te rekenen aan door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand. De uitspraak is openbaar gedaan op 1 september 2021.