ECLI:NL:RVS:2021:1996
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- H.G. Sevenster
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening in asielaanvraag van vreemdeling na niet-in behandeling name door staatssecretaris
Op 8 september 2021 heeft de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in een zaak betreffende een verzoek om voorlopige voorziening. De zaak betreft een vreemdeling die op 12 mei 2021 een aanvraag indiende voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd. Deze aanvraag werd door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid niet in behandeling genomen. De vreemdeling ging hiertegen in beroep bij de rechtbank Den Haag, die op 9 augustus 2021 het beroep ongegrond verklaarde. De staatssecretaris heeft vervolgens hoger beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening.
In de overwegingen van de voorzieningenrechter werd gekeken naar de belangen van zowel de staatssecretaris als de vreemdeling. De staatssecretaris verzocht om een voorlopige voorziening zodat hij de uitspraak van de rechtbank niet hoeft uit te voeren totdat de Afdeling op het hoger beroep heeft beslist. De voorzieningenrechter heeft besloten om de voorlopige voorziening te treffen, waarbij werd bepaald dat de staatssecretaris geen uitvoering hoeft te geven aan de uitspraak van de rechtbank totdat er een beslissing is genomen op het hoger beroep. De voorzieningenrechter heeft in deze zaak geen proceskosten toegewezen aan de staatssecretaris.
De uitspraak is openbaar uitgesproken op 8 september 2021, en is vastgesteld door mr. H.G. Sevenster, de voorzieningenrechter, in tegenwoordigheid van mr. D.I. Schipper, de griffier.