ECLI:NL:RVS:2021:2451
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- G.M.H. Hoogvliet
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening in asielzaak tegen staatssecretaris van Justitie en Veiligheid
Op 4 november 2021 heeft de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan op een verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening in een asielzaak. De vreemdelingen, vertegenwoordigd door mr. E.J.L. van de Glind, hadden hoger beroep ingesteld tegen een uitspraak van de rechtbank Den Haag, die op 8 oktober 2021 hun beroepen tegen de niet-ontvankelijkverklaring van hun aanvragen voor een verblijfsvergunning asiel ongegrond had verklaard. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid had op 12 mei 2021 de aanvragen van de vreemdelingen opnieuw niet-ontvankelijk verklaard.
De vreemdelingen verzochten de voorzieningenrechter om een voorlopige voorziening te treffen, zodat zij niet zouden worden uitgezet voordat er op hun hoger beroep was beslist. De voorzieningenrechter heeft, gelet op de aangevoerde argumenten, besloten om de voorlopige voorziening te treffen. Dit houdt in dat de vreemdelingen niet mogen worden uitgezet totdat er een beslissing is genomen op het hoger beroep. Daarnaast heeft de voorzieningenrechter de staatssecretaris veroordeeld tot vergoeding van de proceskosten, die zijn ontstaan in verband met de behandeling van het verzoek, tot een bedrag van € 748,00, geheel toe te rekenen aan door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand.
De uitspraak is openbaar gedaan en de voorzieningenrechter is verhinderd om de uitspraak te ondertekenen. De griffier, mr. J.A. Verweij, heeft de uitspraak in tegenwoordigheid van de voorzieningenrechter vastgesteld.