ECLI:NL:RVS:2021:2811
Raad van State
- Voorlopige voorziening+bodemzaak
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om voorlopige voorziening en bevestiging uitspraak rechtbank inzake asielaanvragen van vreemdelingen
Op 15 december 2021 heeft de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in een zaak betreffende de aanvragen van vreemdelingen om een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid had op 31 oktober 2019 besloten om deze aanvragen niet in behandeling te nemen. De vreemdelingen, vertegenwoordigd door mr. P.L.E.M. Krauth, hebben hiertegen beroep ingesteld bij de rechtbank Den Haag, die op 30 november 2021 de beroepen ongegrond verklaarde.
Tegen deze uitspraak hebben de vreemdelingen hoger beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening. De voorzieningenrechter heeft geoordeeld dat het hoger beroep niet leidt tot vernietiging van de uitspraak van de rechtbank, omdat het hogerberoepschrift geen vragen bevat die in het belang van de rechtseenheid, rechtsontwikkeling of rechtsbescherming beantwoord moeten worden. Bovendien is het hoger beroep ongegrond verklaard, en wordt de uitspraak van de rechtbank bevestigd.
Het verzoek om voorlopige voorziening is afgewezen, en de staatssecretaris hoeft geen proceskosten te vergoeden. De uitspraak is openbaar uitgesproken op dezelfde datum, 15 december 2021, en is vastgesteld door de voorzieningenrechter en de griffier.