ECLI:NL:RVS:2021:2868
Raad van State
- Wraking
- E. Helder
- J.A.W. Scholten-Hinloopen
- A.W.M. Bijloos
- E.J. Daalder
- N.D.T. Pieters
- Rechtspraak.nl
Wraking van staatsraad in bestuursrechtelijke procedure
Op 15 december 2021 heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State een verzoek tot wraking behandeld dat was ingediend door [verzoeker]. Het verzoek was gericht tegen staatsraad mr. E. Helder, die als voorzitter van de Afdeling belast was met de behandeling van een andere zaak (nr. 202103322/1/R1). Tijdens de zitting heeft [verzoeker] aangevoerd dat staatsraad Helder vooringenomen was, omdat hij in een eerdere brief van 30 september 2021 al een standpunt had ingenomen over een geschilpunt in de bodemprocedure. Dit geschilpunt betrof de vraag of de advocaat van het college van burgemeester en wethouders gemachtigd was om namens dat college op te treden en persoonsgegevens van [verzoeker] te verwerken.
De Afdeling heeft het wrakingsverzoek ter zitting behandeld, waarbij zowel [verzoeker], bijgestaan door mr. C. Jankie, als staatsraad Helder aanwezig waren. Na de behandeling van het verzoek heeft de Afdeling besloten het wrakingsverzoek af te wijzen. De Afdeling oordeelde dat er geen gerechtvaardigde vrees voor vooringenomenheid van staatsraad Helder bestond, aangezien hij had aangegeven dat hij de kwestie tijdens de zitting wilde bespreken en dat een definitief oordeel door de zittingskamer zou worden gegeven. De beslissing werd uitgesproken door mr. J.A.W. Scholten-Hinloopen, voorzitter, en mr. A.W.M. Bijloos en mr. E.J. Daalder, leden, in tegenwoordigheid van griffier mr. N.D.T. Pieters.