ECLI:NL:RVS:2022:1101
Raad van State
- Hoger beroep
- J.Th. Drop
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen vrijheidsontnemende maatregel opgelegd door staatssecretaris van Justitie en Veiligheid
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van een vreemdeling tegen een uitspraak van de rechtbank Den Haag, zittingsplaats Haarlem, die op 30 maart 2022 een beroep tegen een vrijheidsontnemende maatregel ongegrond verklaarde. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid had op 28 februari 2022 deze maatregel opgelegd. De vreemdeling, vertegenwoordigd door mr. M.H.K. van Middelkoop, heeft tegen deze uitspraak hoger beroep ingesteld.
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft op 14 april 2022 uitspraak gedaan. Het hoger beroep is ongegrond verklaard, en de rechtbankuitspraak is bevestigd. De Afdeling oordeelt dat het hogerberoepschrift geen vragen bevat die in het belang van de rechtseenheid, de rechtsontwikkeling of de rechtsbescherming in algemene zin beantwoord moeten worden. Dit betekent dat de eerdere uitspraak van de rechtbank niet verder gemotiveerd hoeft te worden.
De Afdeling verwijst naar eerdere uitspraken over de implementatie van de grensprocedure en concludeert dat het hoger beroep geen reden biedt om anders te oordelen. De staatssecretaris hoeft geen proceskosten te vergoeden. De uitspraak is openbaar uitgesproken op 14 april 2022.