ECLI:NL:RVS:2022:1197
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening tegen besluit burgemeester Harderwijk
Op 25 april 2022 heeft de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan op het verzoek van [verzoeker] om een voorlopige voorziening te treffen tegen het besluit van de burgemeester van Harderwijk van 16 maart 2022. Dit besluit herroept een eerder besluit van 10 september 2019 en bepaalt dat de sluitingsduur van de woning aan de [locatie] te Harderwijk is vastgesteld op twee maanden, in plaats van de eerder opgelegde zes maanden. De sluiting van de woning gaat in op 27 april 2022, wat betekent dat [verzoeker] niet meer in zijn woning mag verblijven.
[Verzoeker] heeft de voorzieningenrechter verzocht om het besluit van de burgemeester te schorsen, zodat hij in de woning kan blijven wonen totdat de Afdeling in de bodemprocedure op het hoger beroep heeft beslist. De voorzieningenrechter heeft geoordeeld dat het verzoek niet direct inhoudelijk kan worden beoordeeld zonder zitting, maar heeft besloten om het verzoek bij wijze van ordemaatregel toe te wijzen. Dit houdt in dat er binnen twee weken een zitting zal worden gehouden om te onderzoeken of er aanleiding is om de getroffen voorziening op te heffen of te wijzigen.
De voorzieningenrechter heeft de besluiten van de burgemeester van Harderwijk van 16 maart 2022 en van 10 september 2019 geschorst tot er een beslissing is genomen over de opheffing of wijziging van deze voorlopige voorziening. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door C.J. Borman, in tegenwoordigheid van mr. R. Grimbergen, griffier, en is openbaar uitgesproken op 25 april 2022.