ECLI:NL:RVS:2022:1197

Raad van State

Datum uitspraak
25 april 2022
Publicatiedatum
25 april 2022
Zaaknummer
202202374/2/A3
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Voorlopige voorziening tegen besluit burgemeester Harderwijk

Op 25 april 2022 heeft de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan op het verzoek van [verzoeker] om een voorlopige voorziening te treffen tegen het besluit van de burgemeester van Harderwijk van 16 maart 2022. Dit besluit herroept een eerder besluit van 10 september 2019 en bepaalt dat de sluitingsduur van de woning aan de [locatie] te Harderwijk is vastgesteld op twee maanden, in plaats van de eerder opgelegde zes maanden. De sluiting van de woning gaat in op 27 april 2022, wat betekent dat [verzoeker] niet meer in zijn woning mag verblijven.

[Verzoeker] heeft de voorzieningenrechter verzocht om het besluit van de burgemeester te schorsen, zodat hij in de woning kan blijven wonen totdat de Afdeling in de bodemprocedure op het hoger beroep heeft beslist. De voorzieningenrechter heeft geoordeeld dat het verzoek niet direct inhoudelijk kan worden beoordeeld zonder zitting, maar heeft besloten om het verzoek bij wijze van ordemaatregel toe te wijzen. Dit houdt in dat er binnen twee weken een zitting zal worden gehouden om te onderzoeken of er aanleiding is om de getroffen voorziening op te heffen of te wijzigen.

De voorzieningenrechter heeft de besluiten van de burgemeester van Harderwijk van 16 maart 2022 en van 10 september 2019 geschorst tot er een beslissing is genomen over de opheffing of wijziging van deze voorlopige voorziening. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door C.J. Borman, in tegenwoordigheid van mr. R. Grimbergen, griffier, en is openbaar uitgesproken op 25 april 2022.

Uitspraak

202202374/2/A3.
Datum uitspraak: 25 april 2022
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak van de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op het verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening (artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb)) in het geding tussen:
[verzoeker], wonend te Harderwijk, gemeente Harderwijk,
verzoeker
en
de burgemeester van Harderwijk.
Procesverloop
[verzoeker] heeft beroep ingesteld tegen het besluit van de burgemeester van 16 maart 2022.
Tevens heeft [verzoeker] de voorzieningenrechter verzocht een voorlopige voorziening te treffen.
Overwegingen
1.       De voorzieningenrechter doet uitspraak zonder zitting.
2.       Bij het besluit van 16 maart 2022 heeft de burgemeester met inachtneming van de uitspraak van de Afdeling van 2 februari 2022, ECLI:NL:RVS:2022:285, het besluit van 10 september 2019 herroepen in die zin dat hij de sluitingsduur van de woning aan de [locatie] te Harderwijk heeft bepaald op twee maanden in plaats van zes maanden. De sluiting gaat in op 27 april 2022. Het besluit van 16 maart 2022 heeft dus tot gevolg dat [verzoeker] niet meer in zijn woning mag verblijven. Het verzoek van [verzoeker] strekt ertoe dat het besluit van 16 maart 2022 bij wijze van voorlopige voorziening wordt geschorst totdat de Afdeling in de bodemprocedure op het hoger beroep heeft beslist, zodat hij in de tussentijd in de woning kan blijven wonen.
3.       Omdat de gevraagde voorlopige voorziening op dit moment zonder zitting niet direct (inhoudelijk) kan worden beoordeeld, ziet de voorzieningenrechter, bij afweging van de betrokken belangen, aanleiding om het verzoek bij wijze van ordemaatregel toe te wijzen. Aan het belang van de burgemeester wordt tegemoetgekomen door binnen twee weken een zitting te houden waar zal worden onderzocht of aanleiding bestaat om de getroffen voorziening op te heffen of te wijzigen.
4.       De voorzieningenrechter ziet aanleiding de hierna te melden voorlopige voorziening te treffen.
5.       Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
Beslissing
De voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
schorst bij wijze van voorlopige voorziening de besluiten van de burgemeester van Harderwijk van 16 maart 2022 en van 10 september 2019 tot de voorzieningenrechter heeft beslist over de opheffing of wijziging van deze voorlopige voorziening.
Aldus vastgesteld door C.J. Borman, voorzieningenrechter, in tegenwoordigheid van mr. R. Grimbergen, griffier.
w.g. Borman
voorzieningenrechter
De griffier is verhinderd de uitspraak te ondertekenen.
Uitgesproken in het openbaar op 25 april 2022