ECLI:NL:RVS:2022:3549
Raad van State
- Hoger beroep
- C.M. Wissels
- H.G. Sevenster
- A. Kuijer
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen afwijzing machtiging tot voorlopig verblijf door staatssecretaris van Justitie en Veiligheid
Op 5 december 2022 heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in een hoger beroep van een vreemdeling tegen de afwijzing van zijn aanvraag voor een machtiging tot voorlopig verblijf door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. De aanvraag was op 18 februari 2020 afgewezen, waarna de vreemdeling bezwaar maakte. Dit bezwaar werd op 31 augustus 2020 ongegrond verklaard. De rechtbank Den Haag, zittingsplaats Middelburg, verklaarde op 4 maart 2021 het beroep van de vreemdeling ongegrond. Hierop heeft de vreemdeling, vertegenwoordigd door mr. M.C.M. van der Mark, hoger beroep ingesteld bij de Raad van State.
De Raad van State heeft de zaak behandeld met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht. In de uitspraak heeft de Raad van State de grief van de vreemdeling besproken en uiteindelijk het beroep gegrond verklaard. De Raad heeft de staatssecretaris gelast om het door de vreemdeling betaalde griffierecht van € 178,00 te vergoeden. De uitspraak is gedaan door mr. C.M. Wissels als voorzitter en mr. H.G. Sevenster en mr. A. Kuijer als leden, in tegenwoordigheid van mr. P.A.M.J. Graat als griffier. De uitspraak is openbaar uitgesproken op 5 december 2022.